Maar na het tellen van vrijwel alle stemmen krijgt de nieuwkomer en grote winnaar van de Provinciale Statenverkiezingen er nog een senaatszetel bij.

Tegelijk zakt D66 terug naar 5 in plaats van de eerder berekende 6 zetels, zo meldt de Verkiezingsdienst van het ANP in de nieuwe prognose. GroenLinks en PvdA, die in de senaat één fractie gaan vormen, komen met respectievelijk 8 en 7 zetels samen uit op 15 zetels. Dat is er 1 meer dan de twee partijen nu hebben in de senaat. De VVD staat met 10 zetels op de derde plaats.

De nieuwe prognose is berekend op basis van de voorlopige uitslagen van alle gemeenten, op 95 procent van de getelde stemmen in Amsterdam en de voorlopige uitslag van Nederlanders die in het buitenland wonen, die de gemeente Den Haag zondag verstrekte. De uitslagen van de mensen die op de BES-eilanden stemden, zijn nog niet binnen, maar het gaat hier om relatief weinig stemmers.

In de nieuwe prognose komt de coalitie van VVD (10), D66 (5), CDA (5) en CU (2) op 22 zetels uit, 10 minder dan de regeringspartijen er nu hebben. Er zijn 38 zetels nodig voor een meerderheid in de Eerste Kamer, die 75 zetels telt. De coalitie had al geen meerderheid in de senaat en heeft nu dus nog minder zetels. Dat betekent dat de coalitie bij linkse of rechtse partijen meer steun moet zien te vergaren om beleid erdoorheen te krijgen.

Vooral het CDA, dat fors verloor bij de provinciale verkiezingen woensdag, krijgt minder senaatszetels. De partij had er 9 en daar blijven er 5 van over. De andere coalitiepartijen verliezen elk twee zetels: VVD gaat van 12 naar 10, D66 van 7 naar 5 en ChristenUnie zakt van 4 naar 2.

Forum voor Democratie, de partij die in 2019 met 12 zetels de grootste werd in de Eerste Kamer, haalt 2 senaatszetels. Overigens was de partij al 11 senatoren kwijtgeraakt, omdat zij zich afsplitsten in drie andere fracties. De rest van de senaat zal volgens de prognose bestaan uit: PVV (5, blijft gelijk), PvdD (4, was 3), SP (3, was 4), en JA21 (3, had er 7 als fractie-Nanninga). Nieuwkomer Volt, 50PLUS, SGP en OSF krijgen elk 1 zetel. De laatste restzetel gaat mogelijk naar de PVV of naar de SGP.

De nieuwe Statenleden en kiescolleges kiezen eind mei de senatoren. Overigens zijn Statenleden niet verplicht om op een kandidaat van de eigen partij te stemmen, maar dit gebeurt doorgaans wel. Bovendien kunnen partijen onderling nog afspraken maken om senaatszetels binnen te slepen.