Juristen: Provincie kan beleid stikstof deels sturen
Het politieke landschap kan 15 maart flink verschuiven. Wat merkt de kiezer daarvan? Heeft de provincie bevoegdheden om andere keuzes te maken dan Den Haag? Dat ligt aan het dossier, zeggen juristen.
Goed voorbeeld van de schuivende verhoudingen is Drenthe. Daar verliezen de partijen die het huidige College van Gedeputeerde Staten vormen (PvdA, VVD, CDA, GL en CU), volgens de laatste peiling van Ipsos, fors. Van de 24 zetels die ze nu in de Provinciale Staten hebben, zouden er na 15 maart nog 15 over zijn, lang niet genoeg voor een meerderheid. De BoerBurgerBeweging (BBB) en de PVV staan in de peilingen in de provincie samen op 16 zetels, op een totaal van 43.
Kan zo’n provincie, waar de PVV –campagneleus ”Stem ze weg!”– zeven zetels wint, een heel andere koers varen, bijvoorbeeld op het gevoelige stikstofdossier?
Dat kan, maar alleen binnen de kaders van de wet, stelt prof. mr. Hansko Broeksteeg. Hij is hoogleraar staatsrecht aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en doet onderzoek naar de verhouding tussen overheden.
Medebewind
Wetgeving terzijde schuiven kan dus niet. Wel heeft de provincie op sommige terreinen meer speelruimte dan op andere, benadrukt Broeksteeg. „De dossiers cultuur en sport mogen lagere overheden bijvoorbeeld naar eigen inzicht invullen. Het Rijk houdt in zo’n geval enkel toezicht op de begroting, die moet in evenwicht zijn.”
Broeksteeg schat echter dat provincies zo’n 70 tot 80 procent van hun taken uitvoeren in medebewind. Dit houdt in dat het Rijk wetten vaststelt, waarbij de provincie verplicht is tot medewerking. Doet ze dat niet, dan kan het Rijk dwang toepassen. Dat komt in de praktijk slechts zeer zelden voor. Bijvoorbeeld op het gebied van ruimtelijke ordening en natuurbeheer legt het Rijk allerlei verplichtingen op aan decentrale overheden.
Wat betekent dit voor de speelruimte van de provincie? Is die erg beknot? Ja en nee, stelt Broeksteeg. „Het ligt er aan hoe de wet is ingekleed. In de ruimtelijke ordening schetst het Rijk de contouren, kleurt de provincie in en vult de gemeente de details. Maar soms is de wet strikter, soms vrijer.”
Hoe zit dat met stikstof, een belangrijk thema in de campagne? Mr. dr. Ralph Frins, universitair hoofddocent omgevingsrecht aan Tilburg University, geldt als stikstofdeskundige. Hij wijst op de Wet natuurbescherming, waarin staat dat Gedeputeerde Staten maatregelen moeten nemen om te zorgen dat de toestand van de Natura 2000-gebieden niet verslechtert en in veel gevallen verbetert. „Vermindering van stikstofneerslag is daarvoor hard nodig. Maar hóé je dat doet, daar zegt de wet niets over.”
Of D66 –halvering van de veestapel– de grootste wordt, of BBB –geen gedwongen uitkoop van boeren– heeft dus invloed op het beleid, stelt Frins. „Het college kan aan verschillende knoppen draaien. Partijen die een vinger in de pap hebben, kunnen dus sturen en de belangen van hun eigen achterban behartigen.”
Beide deskundigen plaatsen nog wel een kanttekening. Broeksteeg: „Nederland is een land van polderen en coalitievorming. Uiteindelijk zal ook de grootste partij anderen nodig hebben om tot een college te komen. Er zullen dus compromissen nodig zijn.”