Meditatie: liefdeswerk
Mattheüs 6:1
„Hebt acht, dat gij uw aalmoes niet doet voor de mensen, om van hen gezien te worden; anders zo hebt gij geen loon bij uw Vader, Die in de hemelen is.”
Broeders, nu we geen geringe gelegenheid tot boete hebben ontvangen, moeten we ons wenden tot God, Die ons heeft geroepen, nu we daartoe de tijd hebben en zolang we Hem nog bezitten Die ons aanneemt. Want als we deze lusten vaarwel zeggen en onszelf overwinnen in het nalaten van boze begeerten, krijgen we deel aan de barmhartigheid van Jezus.
Weet dat de dag van het oordeel al komt als een brandende oven en dat sommige hemelen zullen smelten en heel de aarde als lood zal zijn dat smelt in het vuur. Dan zullen de geheime en zichtbare werken van de mensen openbaar worden. De aalmoes is goed als boete voor de zonde. Het vasten is beter dan het gebed. Aalmoezen beter dan deze twee. Liefde bedekt menige zonde. Het gebed uit een goed geweten redt van de dood. Zalig is hij die hiervan vervuld blijkt te zijn, want een aalmoes maakt de zonde lichter.
Laten we met heel ons hart boete doen, opdat niemand van ons verloren gaat. Want als we geboden hebben om die te doen (zoals afzien van afgoden, en catechetisch onderwijs geven), dan mag een ziel die God al kent helemaal niet verloren gaan. Daarom moeten we elkaar bijstaan om ook de zwakken tot het goede te leiden, opdat allen gered worden. Laten we elkaar vermanen tot bekering.
Clemens, kerkvader in Alexandrië
(”Tweede brief aan de Korintiërs”, 2e eeuw)