Staten die de geschiedenis als politiek wapen inzetten: Rusland maar ook Verenigd Koninkrijk
In ”De macht van het verleden” analyseert Ivo van de Wijdeven staten die de geschiedenis als politiek wapen inzetten: Rusland, Polen, Turkije, China en ook het Verenigd Koninkrijk. De visie van leiders en politici op het verleden bepaalt hun handelen in het hier en nu.
Van de Wijdeven is historicus en analist en was tot voor kort adviseur van de minister-president op het ministerie van Algemene Zaken. Tegenwoordig is hij schrijver en spreker. Met ”De macht van het verleden” biedt hij historische achtergronden bij de actualiteit. Op dat terrein schreef hij vier boeken, waarvan ”De macht van het verleden” het laatste is. In dit boek neemt hij de genoemde vijf landen onder de loep en gaat hij na hoe ze met het verleden omgaan. Daarbij maakt hij ook uitstapjes naar andere landen omdat daar ontwikkelingen gaande zijn die raken aan die in Rusland, Polen, Turkije, China en Groot-Brittannië.
In al deze landen signaleert Van de Wijdeven een door de regering dan wel door het regime of politici aangestuurde beweging om de geschiedenis zodanig te interpreteren, te manipuleren of te kneden dat die een reden kan geven om bijvoorbeeld een oorlog of een expansionistisch avontuur te beginnen. Je zag dat op 24 februari 2022 gebeuren, toen Rusland een ”militaire operatie” startte om Oekraïne te „denazificeren”. Het gebeurde ook toen Engeland in 2020 afscheid nam van de Europese Unie.
In zijn boek legt Van de Wijdeven uit hoe politici en potentaten de geschiedenis gebruiken. In Rusland weefde Poetin sinds zijn aantreden op sluwe wijze een eigen web van zijn interpretatie van de zogeheten Grote Vaderlandse Oorlog (1941-1945). Hij gaf aan de overwinning van het Rode Leger op de nazi’s in 1945 zo’n draai dat die de pilaar van de Russische nationale identiteit werd. Alle ontwikkelingen in Rusland worden sindsdien geijkt aan Poetins versie van de Grote Vaderlandse Oorlog. In de ogen van Poetin is er slechts één historisch ”narratief” (verhaal): dat van hem.
Heldenepos
Ook in Polen, Hongarije, Turkije, China en zelfs in Groot-Brittannië worden met wisselend succes pogingen ondernomen om het verleden in een mal te gieten. Ten eerste verrijzen in enkele van deze landen immense musea waarin een statement wordt gemaakt: dit is ons land, dit zijn onze roots en hier zijn we trots op; dit is ons heldenepos en hiermee drukken wij uit wie we zijn. In Rusland is dat het groteske Patriot Park, op een steenworp afstand van Moskou. In Polen is dat het Museum van de Tweede Wereldoorlog in Gdánsk. In Turkije is de monumentale Hagia Sophia-moskee in Istanbul door toedoen van president Erdogan weer in gebruik als moskee. Erdogan veranderde de seculiere staat van Mustafa Kemal in een nieuw Ottomaans sultanaat. En in het bombastische Nationale Museum in Peking presenteert Xi Jinping zijn toekomstvisie van China’s herrijzenis all over the world.
Ten tweede wordt het onderwijs in Rusland, Polen, Hongarije, Turkije en China geënt op het aanwakkeren en kweken van vaderlandsliefde. Zwarte bladzijden komen in de geschiedenisboeken niet of nauwelijks voor. De geschiedenisles bestaat uit een mix van nationalistische en conservatieve waarden, vermengd met mythische ingrediënten en een flinke slok antiwesterse retoriek. Ten derde verschijnen in dit soort landen veelvuldig films en documentaires die de grootheid van de natie bejubelen. Ten vierde wordt in veel van deze landen kritiek niet geduld. De vrijheid van meningsuiting ligt aan banden; beoefening van het historische ambacht staat onder druk, mensenrechtenorganisaties worden teruggefloten of verbannen. Het ergst is dat godsdienst vaak ondergeschikt wordt gemaakt aan de macht van het verleden. Zo heeft Poetin de orthodoxe patriarch Kirill aan zijn zijde, Erdogan de soennitische islampredikers en tovert Xi de filosoof Confucius vanachter de coulissen tevoorschijn.
Groot-Brittannië
Van Rusland, Turkije en China mag als bekend worden verondersteld hoe ze het verleden naar hun hand zetten, van Polen en Groot-Brittannië is dat mogelijk minder het geval. De verwerking van de traumatische twintigste eeuw begon voor landen in Midden- en Oost-Europa pas na de val van de Muur in 1989. Daarvóór moesten zij, waar het de geschiedenis betrof, in de pas lopen met de Sovjet-Unie. Na 1989 gingen ze hun eigen geschiedenis schrijven, waarbij ze niet zelden onvermijdelijk in de valkuil liepen dat de eigen bevolking werd vrijgepleit van antisemitisme en collaboratie.
Om hen te helpen in deze moeilijke exercitie kregen deze landen trouwens vanuit de Europese Unie een gereedschapskist vol met ”herinneringswetgeving” aangereikt, met als belangrijk element daarvan het strafbaar stellen van het ontkennen van de Holocaust.
Het verleden van Polen wordt in steen gehouwen, stelt Van de Wijdeven, maar gelukkig staat de deur op een kier. In Warschau is nog tegenwicht mogelijk.
In Groot-Brittannië is het een ander verhaal dan in Rusland, China of Turkije. Toch is het verrassend om na te gaan hoe politicus en voormalig minister van Onderwijs Michael Gove het glorieuze verleden van het Britse rijk oppoetste. Hij fantaseerde als het ware van een nationale cursus ”story telling” aan de hand van het kinderboek ”Our Island Story”, van Henrietta Elizabeth Marshall. Gove vond dat het geschiedeniscurriculum in het onderwijs te veel was weggedreven van ”Great Britain” en wilde dit meer op één lijn brengen met wat in ”Our Island Story” wordt vertolkt. Met name in conservatieve hoek watertandden ze bij de wederopstanding van een Empire 2.0.
Goves concept voor een nieuw geschiedeniscurriculum in het onderwijs ging echter niet door, maar werd wel een van de speerpunten in de campagne voor het brexit-referendum. Met alle gevolgen van dien. De Britten stapten eind januari 2020 uit de Europese Unie, en nu, drie jaar later, blijken de vruchten van de brexit bitter en wrang. Bovendien spleet de brexit de samenleving in tweeën en zet deze de banden in het Verenigd Koninkrijk zelf onder druk: Schotland en Noord-Ierland zoeken een eigen weg.
Hoop
Met dit boek geeft Van de Wijdeven inzage in de diepere drijfveren van machthebbers en hoe hun visie op het verleden hun handelen stuurt. Toch is er in het huidige donkere tijdsgewricht hoop, betoogt de auteur, die een pleitbezorger is van de liberale waarden van vrede, veiligheid en vrijheid. Wanneer het Westen de aantrekkingskracht van de huidige internationale wereldorde in stand wil houden, moet het met een eigen sterk verhaal komen, stelt hij.
In zijn boek doet hij een oproep aan historici om zich niet voor welk karretje dan ook te laten spannen en zich als professionals luid en krachtig te mengen in het publieke debat. Want als zij dat niet doen, zijn anderen er als de kippen bij om het historische voer voor eigen gewin aan te wenden.
Dit boek leert dat misbruik van het verleden altijd op de loer ligt en dat we er daarom zorgvuldig mee moeten omgaan. Bewustwording van het verleden begint al in de schoolbanken met een solide geschiedenisles. Vooral door kanalen als de sociale media kunnen politici, opiniemakers en influencers luidruchtig op de loop gaan met het verleden en word je, als je er gevoelig voor bent, meegesleept in hun ideologische wanen, gedachtespinsels en onjuistheden. Leg je oor te luisteren in je omgeving en hoor wat er luchtigjes over tafel gaat. Dan weet je vaak al snel hoe de vlag erbij hangt.
Boekgegevens
”De macht van het verleden. Geschiedenis als politiek wapen”, Ivo van de Wijdeven; uitg. Spectrum; 320 blz.; € 24,99