EconomieKwestie

Kan het uitlenen van geld nadelig uitpakken door de nieuwe regels in box 3?

Ik heb 150.000 euro aan een vriend geleend. Hij heeft daarmee vastgoed gekocht. Over deze lening ontvang ik 2 procent rente. Is deze constructie, nu in box 3 nieuwe regels gelden, nog steeds slim?

André van Luijk
2 February 2023 18:43Gewijzigd op 7 February 2023 07:26
Een rekensom leert dat geld uitlenen niet altijd verstandig is.  beeld AFP, Denis Charlet
Een rekensom leert dat geld uitlenen niet altijd verstandig is.  beeld AFP, Denis Charlet

De laatste jaren was de rente bij de bank nihil. Spaarders gingen daarom op zoek naar hogere rentes. Geld uitlenen aan vrienden of bedrijven tegen een iets hogere rente dan bij de bank was al snel lonend. Als je bij een vriend 2 procent rente kreeg op je spaargeld en bij de bank 0 procent, dan was de keuze soms snel gemaakt. Investeren in vastgoed leek zekerheid te geven, maar nu in een dalende vastgoedmarkt niet meer. Daarbij: wie geld uitleent aan een vriend, moet het stellen zonder het depositogarantiestelsel dat banken hebben.

Sinds dit jaar zijn de regels voor vermogen in box 3 fors veranderd. De positie van spaarders is verbeterd in vergelijking met mensen die beleggen in box 3. Het is de bedoeling dat er beter aangesloten wordt bij het werkelijke rendement op vermogen in box 3. Jarenlang hebben beleggers geprofiteerd van de gunstige fiscale regels, tot ongenoegen van spaarders die voor een hoger rendement werden aangeslagen dan dat daadwerkelijk behaald werd. Spaarders betaalden daardoor te veel belasting en beleggers te weinig.

Er is één aandachtspunt: de nieuwe belastingregels hebben een zeer nadelig effect op uitgeleend vermogen. De fiscus ziet dit niet als sparen, maar als beleggen. Ik ga dit uitwerken in een rekenvoorbeeld.

Als je 150.000 euro spaargeld op een deposito zet tegen 2 procent rente, heb je jaarlijks een rendement van 3000 euro. Ben je alleenstaande, dan heb je een heffingsvrij vermogen van 57.000 euro. Over de resterende 93.000 euro betaal je dus belasting. De nieuwe regels rekenen met een fictief rendement bij spaargeld van 0,36 procent. Dat geeft een opbrengst van 335 euro per jaar. Over deze fictieve opbrengst betaal je 32 procent belasting. Dit geeft een werkelijke belastingdruk van 107 euro. De belastingdruk op het echte rendement van 3000 euro is dan maar 3,6 procent. Daarnaast staat je spaargeld tot 100.000 euro veilig bij een bank. Bij hogere vermogens kun je dit spreiden over meerdere deposito’s bij verschillende banken.

De berekening met uitgeleend geld pakt nadeliger uit. Spaargeld wordt ineens als een belegging gezien. Het hogere fictieve rendement is 6,17 procent. Als je dezelfde berekening maakt, is het fictieve rendement dus ineens 5738 euro. De daadwerkelijke belasting van 1836 euro geeft ineens een belastingdruk van 61 procent op het werkelijke rendement van 3000 euro.

In deze berekening is de belastingdruk zelfs 16,9 keer hoger, met ook nog eens een groter risico. Je kunt dit oplossen door een hogere rente te eisen. Het zou logisch zijn om de rente minimaal op te trekken richting het fictieve rendement van 6,17 procent. Of je zet je geld om naar een deposito, dat onder het depositogarantiestelsel valt.

Uiteraard vervelend voor je vriend, maar ik zou het gesprek aangaan, want anders is het vervelend voor jou. De slimme keuze van de laatste jaren is nu omgeslagen naar een zeer onrendabele optie.

De auteur is Master of Financial Planning.

Meer over
Kwestie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer