De lindes en populieren verwijzen naar de negentien rooms-katholieke geestelijken uit Gorinchem die in 1572 in Brielle werden gemarteld en opgehangen omdat ze weigerden hun geloof in de rooms-katholieke eucharistie af te zweren.

De bomen vervangen oude kastanjebomen die gebreken vertoonden, wegens ouderdom, ziektes en omdat ze niet bestand zijn tegen de zilte zeelucht. Twee kastanjes blijven voorlopig staan omdat daar vleermuizen in leven.

Het nationale bedevaartsoord voor rooms-katholieken in Brielle trekt het hele jaar door bezoekers, maar vooral rond 9 juli, de sterfdatum van de ”martelaren van Gorcum”. Het planten van de bomen is niet de enige vernieuwing. De contouren van de turfschuur waar de geestelijken aan balken werden opgevangen worden duidelijker in de grond gemarkeerd. De bestaande betonnen rand wordt wat verhoogd en met bloemen en planten geaccentueerd.