BuitenlandIndonesië

Nieuw strafrecht Indonesië „tegenslag” voor religievrijheid

Het Indonesische parlement heeft dinsdag een nieuw wetboek van strafrecht aangenomen. Volgens critici komen hiermee vrijheden, waaronder vrijheid van godsdienst, in gevaar.

7 December 2022 12:52Gewijzigd op 9 January 2023 09:00
President Widodo van Indonesië. beeld EPA, How Hwee Young
President Widodo van Indonesië. beeld EPA, How Hwee Young

Met het nieuwe wetboek komt er een einde aan decennia van discussie over het strafrecht sinds nationalisten in 1945 de onafhankelijkheid uitriepen. Het oude dateert nog uit de tijd dat Indonesië een kolonie van Nederland was. De wens om zich van die invloeden te ontdoen, was groot. Alle negen partijen in het parlement steunden de nieuwe wetgeving, die na een overgangsperiode van drie jaar in werking zal treden.

Viceminister van Justitie Edward Omar Sharif Hiariej zei voorafgaand aan de stemming trots te zijn dat zijn land een wetboek van strafrecht krijgt dat „in overeenstemming is met de Indonesische waarden” en dat het tijd is om de wetten uit de koloniale periode achter zich te laten. Die zouden niet meer relevant zijn voor de huidige cultuur en situatie.

Helemaal vrij van koloniale trekjes is het nieuwe strafrecht volgens critici echter niet. Dat het beledigen van de president en overheidsinstellingen strafbaar wordt in het Zuidoost-Aziatische land, stuit op veel kritiek. Voor het Centrum voor Indonesische Recht- en Beleidsstudies (PSHK) is het wetsartikel een bewijs dat „de staatsautoriteiten verheerlijkt willen worden als kolonisten in de koloniale periode”.

Activisten stellen dat het nieuwe strafrecht de vrijheid van meningsuiting inperkt. Het beledigingsverbod zal een „huiveringwekkend effect hebben op de vrijheid van meningsuiting en legitieme kritiek strafbaar stellen”, zei Usman Hamid, directeur van Amnesty International Indonesië. Daarbovenop komt een verbod op niet-aangekondigde demonstraties en het delen van opvattingen die tegen de nationale ideologie ingaan.

Conservatisme

Met name de strafbaarstelling van seks buiten het huwelijk is een aanpassing die het meest in het oog springt en wordt bekritiseerd. Op dit vergrijp staat een gevangenisstraf van zes maanden tot een jaar. Om critici tegemoet te komen is –in tegenstelling tot in eerdere versies– de beperkende bepaling opgenomen dat alleen echtgenoten, ouders of kinderen aangifte kunnen doen.

Bezorgde Indonesiërs zien in de nieuwe moraliteitswetten invloed van conservatieve islamisten terug. Indonesië, het land met de grootste moslimbevolking ter wereld, kende de afgelopen jaren onder het bewind van president Joko Widodo een toename van religieus conservatisme. Widodo staat als gematigd te boek, maar moet hiermee danig rekening houden.

Godslastering

Het nieuwe wetboek breidt ook bestaande wetten uit. Blasfemiewetten zijn aangepast van één naar zes bepalingen en bevatten nu voor het eerst ook regels omtrent afvalligheid. Andreas Harsono, onderzoeker bij de Indonesische tak van Human Rights Watch, zei dat de wetten „een tegenslag zijn voor de toch al afnemende godsdienstvrijheid in Indonesië”.

Het zijn met name religieuze minderheden die door godslasteringswetten risico lopen. Ongeveer 87 procent van de Indonesiërs is moslim. Naast de islam zijn ook rooms-katholiek en protestants christendom, het hindoeïsme en het boeddhisme toegestaan. Volgens Harsono worden de blasfemiewetten het meest gebruikt tegen critici van de islam.

Al in 2019 lag het wetboek van strafrecht klaar om ingevoerd te worden. Destijds leidde dat tot massale protesten, waarop president Widodo de vernieuwing terugtrok en toezegde de bezwaren mee te nemen. Hamid van Amnesty International stelt echter dat er sindsdien „geen betekenisvolle veranderingen” zijn gedaan. Massale demonstraties zijn nu vooralsnog uitgebleven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer