Palestijnse vluchtelingen raken op drift door armoede
Niemand moet raar opkijken als er een nieuwe uittocht uit het Midden-Oosten komt. UNRWA (de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen) kan namelijk geen voldoende hulp meer geven aan Palestijnen.
Philippe Lazzarini, commissaris-generaal van UNRWA schreef op twitter dat de meeste Palestijnse vluchtelingen in Libanon nu bereid zijn de gevaarlijke migratieroutes te nemen. Hij zegt dat er 1,6 miljard dollar nodig is om de hulp voort te zetten.
De Algemene Vergadering van de VN richtte UNRWA in 1949 op om Palestijnse vluchtelingen te helpen in Jordanië, Libanon, Syrië, op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook. Dat moet doorgaan totdat er een blijvende oplossing voor het vluchtelingenprobleem is bereikt. UNRWA biedt onderwijs, gezondheidszorg, voedselhulp en hulp op sociaal-economisch gebied.
Het agentschap begon in 1950 met hulpverlening aan ongeveer 750.000 vluchtelingen. Nu is dat aantal gegroeid tot 5,6 miljoen. Daarvan leven er volgens UNRWA 2,3 miljoen in armoede. De coronacrisis verergert de problemen. Arabische landen hebben de vluchtelingen niet geïntegreerd, met uitzondering van Jordanië.
Lazzarini zei deze week dat bijna twee miljoen Palestijnse vluchtelingen in de regio van de VN-organisatie afhankelijk zijn als enige bron van steun voor hun meest elementaire noden, inclusief voedsel en onderdak. „UNRWA voorkomt dat ze dieper in armoede wegzinken en hun toevlucht nemen tot negatieve middelen om met de situatie om te gaan, zoals kinderarbeid, vroege huwelijken, migratie via gevaarlijke routes of soms radicalisering.”
Deze week wees UNRWA ook op het feit dat de Palestijnse vluchtelingen in Libanon moeite hebben in leven te blijven. Libanon bevindt zich al –door wanbeleid van de regering– in een economische crisis. Palestijnse vluchtelingen hebben geen volle rechten. Bovendien zijn er Palestijnse vluchtelingen uit Syrië naar Libanon gevlucht om de oorlog daar te ontlopen.
President Donald Trump trok in 2018 de steun voor de VN-organisatie in. In 2019 beschuldigde het Bureau van Interne Toezichtsdiensten UNRWA van mismanagement. De regering van Joe Biden heeft voor dit begrotingsjaar een bedrag van 318 miljoen dollar uitgetrokken voor hulp aan UNRWA. In december kondigde Washington nog eens 99 miljoen dollar bijstand aan.
Critici zeggen dat er meer openheid moet komen over hoe de hulporganisatie het geld precies uitgeeft. Een blijvende bron van ergernis zijn ook de schoolboeken die de UNRWA-scholen gebruiken. Onderzoekers hebben er op gewezen dat deze niet samenleven met Israël bevorderen, maar anti-Israël retoriek en antisemitisme bevatten en aansporen tot geweld tegen Israëliërs.
Dan maar de hulp stopzetten of laag houden? Het is zeer de vraag of dat verstandig is. In de eerste plaats kan UNRWA’s geldgebrek leiden tot de ineenstorting van deze organisatie en dus een humanitaire ramp. In de tweede plaats zullen Palestijnen niet zonder reden denken dat er geen opties meer zijn in het Midden-Oosten en dat het beter is West-Europa te bereiken.