De plechtigheid in de haven van Chongjin, aan de Japanse Zee, werd bijgewoond door de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un. Hij sprak na afloop van een „misdaad, veroorzaakt door ongelofelijke roekeloosheid, onverantwoordelijkheid en een onwetenschappelijk empirisme dat de grenzen van het denkbare overschrijdt en niet kan worden getolereerd.”

Kim begon twee jaar geleden met de modernisering van de marine als onderdeel van het Noord-Koreaanse kernwapenprogramma. De torpedobootjager van de nieuwe Choe Hyon-klasse kan worden uitgerust met geleide raketten. In april liep het eerste schip uit de klasse succesvol van de helling. De schepen van 5000 ton zijn de grootste van de Noord-Koreaanse marine.

De modernisering is volgens Kim nodig omdat zijn land bedreigd zou worden door buurland Zuid-Korea en de Verenigde Staten. De marines van die landen oefenen geregeld in de wateren rond het Koreaanse schiereiland. In maart werd bekend dat Noord-Korea aan een kernonderzeeër werkt die mogelijk ballistische raketten kan afvuren.

De torpedobootjager werd zijdelings te water gelaten. Het in Noord-Korea gespecialiseerde medium 38 North meldt dat voor zover bekend het de eerste keer was dat dit gebeurde in het land. Mogelijk heeft dat aan het ongeluk bijgedragen.