Export in plasticafval is gehalveerd, maar zorgt nog wel voor puinhopen
Omdat China het niet meer wil hebben, brengt Nederland nu plasticafval naar Indonesië. Daar belandt het langs de rivieren.

Plasticafval gaat nog altijd de hele wereld over, maar deze handel is in tien jaar tijd wel meer dan gehalveerd. Dit is vooral te danken aan het importverbod dat China in 2017 heeft ingevoerd. China wilde het plastic van andere landen, vaak vervuild of van lage kwaliteit, niet meer hebben.
Sindsdien is de export van plasticafval verder teruggelopen, blijkt uit een nieuwe studie van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Het gaat om een daling van 14 miljard kilo in 2015 naar 6 miljard kilo in 2023. Tegelijkertijd stellen de onderzoekers ook vast dat het lastig is om de export van ontwikkelde landen naar opkomende landen uit te bannen.
Duitsland
Nederland is een belangrijke speler in deze handel, met in 2023 een export van zo’n 570 miljoen kilo. Japan en Duitsland, dat veel plastic naar Nederland uitvoert, scoren nog hoger.
Sinds China de grenzen sloot, is de wereldwijde handel in plastic flink teruggevallen, een blijvend effect. Maar Nederland heeft sindsdien andere bestemmingen gevonden. Zo is Nederland de grootste exporteur naar Indonesië, goed voor 46 procent van de import daar.
Dit Aziatische land is volgens de Plastic Soup Foundation helemaal niet in staat om grote hoeveelheden plastic te verwerken. De milieuorganisatie noemt de export een „neokoloniaal plasticschandaal”.
Eerder vertelde milieuactivist Aeshnina Azzahra Aqilani in Amsterdam dat Nederlands plastic in haar woonplaats Bangun op Oost-Java te vinden is. Het ligt er op grote hopen langs de weg, wordt verbrand in de open lucht of belandt langs de oevers van de Brantas-rivier.
Donkere kant
Het storten en verbranden zorgt in Indonesië voor milieuvervuiling en gezondheidsschade, schreef wetenschapper Tony Walker van de Dalhousie University in Canada in een artikel over de donkere kant van de Nederlandse export. Plastic Soup Foundation zou graag zien dat de export van plasticafval naar landen buiten de EU helemaal verboden wordt.
In 2021 hebben ontwikkelde landen afspraken gemaakt om de export van vervuild afval naar kwetsbare landen transparanter te maken. Landen kunnen een transport daardoor gemakkelijker weigeren. Maar de onderzoekers vinden het zorgelijk dat de export van rijke OESO-landen naar landen met een lager inkomen toch weer is gestegen in 2023.
Vanwege de relatief lage prijzen van nieuw plastic is er te weinig vraag naar gerecycled plastic en zijn veel Nederlandse recyclebedrijven omgevallen
Na Japan exporteert Nederland de grootste hoeveelheid afval naar zulke landen, blijkt uit de studie. Dit afval heeft minder waarde en kwaliteit dan het afval dat naar andere OESO-landen wordt geëxporteerd, zeggen de onderzoekers.
Recyclebedrijven
Nederland is overigens ook een grote importeur van plastic afval, in 2023 alleen overtroffen door Maleisië. Mogelijk worden deze vrachten in Nederland gedeeltelijk verwerkt en weer uitgevoerd, of direct naar andere Europese landen gebracht.
Het zou beter zijn als Nederland zijn eigen afval verwerkt, vindt de overheid. In een circulaire economie kan afval namelijk als grondstof worden gebruikt. Maar hiermee wil het nog niet zo vlotten, zegt het Planbureau voor de Leefomgeving. Vanwege de relatief lage prijzen van nieuw plastic is er te weinig vraag naar gerecycled plastic en zijn veel Nederlandse recyclebedrijven omgevallen.
De Verenigde Naties werken aan een bindend verdrag om plasticvervuiling te verminderen. Vorig jaar kwamen de landen nog niet tot een akkoord op de plastictop in Zuid-Korea. In augustus worden de gesprekken vervolgd in Genève, Zwitserland.