Oorlogsmisdaden tegen de menselijkheid: geven we Israël een vrijbrief?
Met gebonden handen, een nekschot en een ambulance werden ze teruggevonden in het woestijnzand. Hulpverleners die het aandurfden om zorg te verlenen aan mensen die opgesloten zitten in een systematisch gebombardeerde landstrook.

Het is een alarmerend symptoom van de algehele wreedheid die zich sinds de aanval van Hamas in de Gazastrook afspeelt. De reformatorische wereld lijkt het echter niet zo te deren. Terwijl Palestijnen tussen de puinhopen van het ziekenhuis om de laatste druppels water vochten, collecteerden wij voor Christenen voor Israël om illegale kolonisatie te faciliteren. Hebben we al iets geleerd van de niet-aflatende stroom van ellende die ons vanuit de Gazastrook bereikt?
Wegkijken
„Nooddruftigen vergeet God niet”, zongen we op paaszondag in de kerk, maar wij lijken hen wel vergeten. Diezelfde zondag kleurden Palestijnse vlaggen de Erasmusbrug om zich tegen de situatie in Gaza uit te spreken. De demonstranten leken de boodschap van de opgestane Christus beter begrepen te hebben: geen uitroeiing, maar vergeving voor Jood én heiden. Als de barmhartige Samaritaan knielden zij neer voor de creperende Gazaan langs de weg, terwijl wij als de priester en de Leviet onze blik afwendden en voorbijliepen.
De mantel der liefde lijkt nu vooral een Iron Dome, om het kermen uit de Gazastrook niet te horen
Rechtse partijen, inclusief de SGP, stonden na dat weekend in de rij voor de interruptiemicrofoons en betoonden zich weinig begripvol jegens pleitbezorgers van het Palestijnse mensenrecht. De demonstranten leken toch wel echt een punt te hebben. Vanuit de Israëlische overheid gebeurt er weinig tegen oorlogsmisdaden: militaire discipline wordt niet toegepast, veroordelingen blijven uit en bewijs wordt begraven onder het zand. Het Israëlische leger ontkende het doden en heimelijk begraven van hulpverleners tot er onomstotelijk bewijs opdook, maar noemde het vervolgens een „operationele fout”.
Negeren
De SGP, bij uitstek de stem van reformatorische en Bijbelse politiek, lijkt overtuigd door deze Israëlische propaganda. Toen Stoffer bij de EO werd gevraagd of Netanyahu gearresteerd moest worden, had hij zijn ontkennende antwoord klaar. Een corrupte mensenmoordenaar, die een oorlog eindeloos laat voortduren en vredesbestanden schendt om zelf de Israëlische gevangenis te ontlopen, waarom arresteren we die niet als ons Internationaal Strafhof een arrestatiebevel uitgevaardigd heeft?
Afgelopen jaar hebben we kunnen zien wat het negeren van humanitaire misdaden tot gevolg heeft: bij de rellen in Amsterdam nam men het heft in eigen hand. Toepassing van het internationaal oorlogsrecht is nodig om antisemitische uitwassen te voorkomen. Alfred Blokhuizen vraagt zich bij BNNVARA terecht af hoe „iemand die zich beroept op staatsrechtelijke kennis, op gereformeerde principes, op de Bijbel als leidraad, dit in het reine krijgt met zijn geweten.”
Twijfel aan bepaalde feiten en nieuwsberichten uitspreken, is gevaarlijke retoriek
Weigeren
Bijna een jaar geleden stond reformatorisch Nederland op de Dam tegen antisemitisme. „Liefde zal haat overwinnen”, sprak Stoffer. Die mantel der liefde lijkt nu echter vooral een Iron Dome, om onze oren te beschermen voor het kermen uit de Gazastrook en de noodkreten van Palestijnse demonstranten. Is dit de liefde die Jezus bedoelde, toen hij tijdens zijn ontmoetingen met Samaritanen duidelijk maakte dat je een dergelijk outcastvolk in je midden moest dulden, ja zelfs liefhebben? Het is jammer dat GroenLinks-PvdA-Kamerlid Kati Piri over de SGP kan zeggen: „Ik hoor geen enkele veroordeling. Ik hoor geen enkele vorm van barmhartigheid voor Palestijnse levens.”
Naast dit stilzwijgen en wegkijken wordt in reformatorische kring de legitimiteit van bepaalde feiten en nieuwsberichten vaak in twijfel getrokken. Stoffer vindt de aantijgingen van Investico over Christenen voor Israel „dun” en leidt de aandacht af door meteen te beginnen over dubieuze financiering aan Hamas. Ds. Silfhout stelt in het jongerenblad van de Gereformeerde Gemeenten: „De NOS heeft een hele andere visie op het conflict dan de Bijbel.” Dit is discutabele en bovenal gevaarlijke retoriek die de werkelijkheid bagatelliseert: het gooit nog wat extra scheppen woestijnzand over massagraven van Palestijnen en hulpverleners heen.
Staat u opnieuw op de Dam, nu met een Israëlische én een Palestijnse vlag?
Uitspreken
Antisemitisme heeft onze volle aandacht, maar voor de Palestijnse vorm hiervan lijkt nog niet eens een woord te bestaan. Je kunt erover discussiëren of de systematische decimering van een bevolkingsgroep en doelbewuste tegenwerking van humanitaire hulp al een genocide genoemd kan worden. Het is echter niet relevant voor de conclusie dat dergelijk gedrag niet getolereerd mag worden. We mogen een volk dat ooit zo leed onder gruwelijke stigmatisering en systematische uitroeiing toch wel wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid? Paus Franciscus leek wel te kunnen wat wij niet durven: wijzen op het bestaansrecht van Israël, maar de toestanden in Gaza ook noemen zoals ze zijn: „een slachtpartij”.
Wat gaat u komende zondag zingen? „Vervolg ze dus van oord tot oord, en drijf ze met Uw onweer voort?” Of hoe God de Filistijn, de Tyriër, de Palestijn en de Moor bijeen zal brengen in Zijn huis? Staat u opnieuw op de Dam, nu met een Israëlische én een Palestijnse vlag? Het wordt tijd dat we ons klip-en-klaar uitspreken tegen misdaden tegen de menselijkheid, zodat we een antwoord hebben op Jezus' vraag: „Wie van deze drie denkt u dat de naaste geweest is van hem die in handen van de rovers gevallen was?”
De auteur is student geneeskunde.