OpinieMilieu en technologie

AI mogelijk bedreiging voor maatschappelijke ruimte

Dagelijks neemt het aantal mogelijke toepassingen van kunstmatige intelligentie (AI) toe. Veel kan ons van nut zijn, vooral (maar niet alleen) bij routineklussen. In deze column wil ik wijzen op een bedreiging van AI in combinatie met de mogelijkheden voor controle en bewaking in de publieke ruimte en op sociale media.

Henk Jochemsen
7 May 2025 08:04Gewijzigd op 7 May 2025 09:03Leestijd 4 minuten
beeld RD
beeld RD

Expliciete aandacht hiervoor vraagt een recent rapport van de Adviesraad voor Internationale Vraagstukken (AIV): ”Krimpende maatschappelijke ruimte: vrijheid en veiligheid”. Het rapport constateert dat in veel landen de maatschappelijke ruimte voor burgers en organisaties is afgenomen. Bij ontwikkelingssamenwerking speelde deze zorg al veel eerder; ik herinner me discussies hierover een kleine tien jaar geleden.

Investeren in cybersecurity is nu de noodzakelijkste bijdrage aan de nationale veiligheid

Populistische en dictatoriale leiders, aan de macht gekomen via dubieuze verkiezingen, beweren een mandaat te hebben van het volk, terwijl maatschappelijke organisaties die de overheid kritiseren, met steun vanuit het buitenland, belangen van dat buitenland dienen. Dan kan die overheid in naam van de democratie de bewegingsruimte van die maatschappelijke organisaties beperken.

Niet-georganiseerde burgers zijn veel gemakkelijker te beïnvloeden dan burgers die zich op grond van waardeovertuigingen georganiseerd hebben. Fundamentele grondrechten als vrijheid van godsdienst, van meningsuiting, en van vereniging en vergadering worden beperkt. Persvrijheid wordt aan banden gelegd en journalisten worden bedreigd, of erger. Zulke inperkingen van de maatschappelijke ruimte gaan vaak gepaard met sociaal-economisch onrecht. Voor een vitale, democratische samenleving zijn actief burgerschap en een pluriform publiek debat fundamenteel, stelt de AIV terecht. De AIV bepleit dat de Nederlandse overheid opkomt voor de bescherming van persvrijheid en politieke en burgerlijke rechten en vrijheden als randvoorwaarden voor een gezonde maatschappelijke ruimte.

Manipulatie

De genoemde ontwikkeling is verbonden met een andere ontwikkeling in de laatste decennia, waarin een op rechtsregels gebaseerde orde steeds meer overgaat in een op macht gebaseerde orde. Het gebruik van moderne informatie- en communicatietechnieken, gecombineerd met bewakingsapparatuur en AI (vooral analyse van ”big data”), kan hierin verschillende rollen spelen. Ik noem er vier.

De vrijheid van meningsuiting via sociale media in Europa is niet pas sinds Trumps aantreden in de knel gekomen, al zijn er sindsdien zeker heel zorgelijke ontwikkelingen.

Overheden proberen burgers de toegang tot (internationale) socialemedianetwerken van burgers en organisaties te ontzeggen. Deelname daaraan kan immers leiden tot protesten en georganiseerd politiek verzet. Inderdaad kunnen sociale media een beweging van democratisering en opkomen voor handhaving van de rechtsstaat enorm versterken. Ten derde trachten bepaalde overheden (bijvoorbeeld China, Eritrea, Turkije) hun burgers in andere landen te controleren en te beïnvloeden, ook met behulp van moderne technieken. Ten slotte bieden die moderne technieken grote mogelijkheden voor misleiding, manipulatie van de publiek opinie, beïnvloeding van verkiezingen en aanzetten tot sabotage en gewelddadig verzet. Voorbeelden daarvan zien we in pogingen om belangrijke organisaties en bedrijven te hacken en in radicale, zogenaamde pro-Palestina/anti-Israëlgroepen, die niet aarzelen anderen te intimideren en in publieke gebouwen schade aan te richten. (Daarmee ontken ik niet dat er ook op een wettige manier gedemonstreerd kan worden, bijvoorbeeld voor steun aan de bevolking in Gaza).

Investeren in cybersecurity is mijns inziens nu de noodzakelijkste bijdrage aan de nationale veiligheid. De AIV wijst op de grote macht (en verantwoordelijkheid!) van de bekende techgiganten (eigenaars van sociale media). Ze proberen niet alleen een monopoliepositie te verwerven –reden voor EU-boetes– maar weigeren (soms, vaak?) op te treden tegen verspreiding van desinformatie en nepnieuws die de democratie kan uithollen.

Op dit punt constateer ik een eenzijdigheid in het AIV-rapport. De vrijheid van meningsuiting via sociale media in Europa is niet pas sinds Trumps aantreden in de knel gekomen, al zijn er sindsdien zeker heel zorgelijke ontwikkelingen. Die vrijheid was op andere terreinen al eerder beperkt. Denk vooral aan zaken rond gender, genderdysforie en medische transitie. Wie, hoe respectvol ook, bij die ontwikkelingen vragen stelde, werd al snel gecanceld en als transfoob weggezet. En medewerkers aan bepaalde faculteiten dienden wel de ‘juiste’ terminologie te bezigen om aanvaardbaar te blijven. In de VS slaat het nu volledig door naar de andere kant – ook kwalijk. Ook in veel andere landen is voor een kritische bespreking van de tot voor kort gangbare zorg aan mensen met genderdysforie terecht meer ruimte gekomen. Er is wel een risico dat de sterke polarisatie de mensen om wie het gaat, in feite een slechte dienst bewijst. Kortom, lees het belangwekkende AIV-rapport kritisch.

De auteur is emeritus bijzonder hoogleraar christelijke filosofie, WUR.

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer