Patmosonderzoek: inwoner Azië bekendmaken met Bijbel „belangrijkste uitdaging van deze eeuw”
Onbekendheid met de Bijbel in Azië en onverschilligheid tegenover de Bijbel in het Westen. Dat zijn de komende jaren de grootste uitdagingen voor zendingsorganisaties, blijkt uit wereldwijd onderzoek.

De resultaten van het Bijbelonderzoek Het Patmosinitiatief, uitgevoerd door onderzoeksbureau Gallup in opdracht van het Brits Bijbelgenootschap, werden woensdagochtend gepresenteerd. De onderzoeksorganisatie zette enquêtes uit in 85 landen, onder 91.000 mensen.
De Patmosonderzoekers deelden de wereldbevolking in in zeven clusters, gebaseerd op de religieuze identiteit van een land en de toegang tot de Bijbel. Daarnaast zijn culturele en economische aspecten meegenomen in de verdeling. Het is het „eerste wereldwijde onderzoek dat de houding van mensen tegenover de Bijbel op deze manier onderzoekt”, schrijft de organisatie in een toelichting op de onderzoeksresultaten.
„Het bekendmaken van de Bijbel in Azië is de grootste uitdaging van deze eeuw”, zegt onderzoeker Richard Powney woensdagochtend tijdens de presentatie. Driekwart van de Aziatische bevolking is niet bekend met de Bijbel en 56 procent heeft er zelfs nog nooit van gehoord. Dit geldt vooral voor landen als Indonesië, Thailand, India en Vietnam. In dit cluster weten negen op de tien moslims en acht op de tien hindoes niets van de Bijbel.
Indonesië
Een aantal van hen wil er niets van weten. Zij zijn samengevat in een specifiek segment van cluster 6, dat de Aziatische landen bevat. Dat deel bestaat voor 19 procent uit mensen die onbekend zijn met het christendom, zelf een andere religie aanhangen en niet geïnteresseerd zijn in de Bijbel.
Van de Indonesiërs hoort 48 procent tot dit cluster, gevolgd door 26 procent van de inwoners uit Nepal. In dit deel van de wereldbevolking bevinden zich vooral moslims en hindoes (47 procent en 41 procent).
Zweden, Noorwegen en Nederland staan binnen het cluster van seculiere landen het minst open voor de Bijbel
De tweede grote uitdaging die het onderzoek aantoont, is volgens Powney de onverschilligheid van het Westen. Dat is vooral te zien in het cluster van seculiere landen met weinig interesse in de Bijbel en een afnemende christelijke populatie. Nederland valt in deze categorie, net als 23 andere West-Europese landen, Noord-Amerika en Australië. Zweden, Noorwegen en Nederland staan binnen dit cluster het minst open voor de Bijbel.

In het seculiere cluster 5 beschouwt iets meer dan de helft van de bevolking zich nog als christen, maar een eveneens groot deel staat onverschillig of afwijzend tegenover de Bijbel. Deze laatste groep ziet geen sociale of persoonlijke relevantie in de Bijbel, concluderen de onderzoekers. Wel gelooft 62 procent van het seculiere Westen zeker of waarschijnlijk in God of een hogere macht.
Wereldwijd ligt dat percentage hoger, op 81 procent. „Religie speelt wereldwijd nog steeds een belangrijke rol in het leven van mensen”, is de conclusie die het Brits Bijbelgenootschap trekt. Hierbij gaat het niet alleen om het christelijk geloof, maar zijn ook de categorieën religie en spiritualiteit meegewogen.
Vieren
Eveneens positief waren de geluiden die woensdag klonken over het Bijbelgebruik. 74 procent van de christenen wereldwijd heeft een Bijbel, 42 procent gebruikt hem wekelijks en driekwart wil meer leren over het christelijk geloof. „Dat moet gevierd worden”, aldus Powney.
De onderzoekers ontdekten ook een verband tussen het Bijbelgebruik en het meer willen leren over de Bijbel. „De Bijbel voedt de interesse in zichzelf”, klonk woensdagochtend. Van de mensen die wereldwijd Bijbellezen, wil 94 procent meer kennis opdoen over de Bijbel.
Van de mensen die wereldwijd Bijbellezen, wil 94 procent meer kennis opdoen over de Bijbel
De meeste betrokkenheid op de Bijbel is zichtbaar in de clusters 4 en 7, Sub-Sahara-Afrika en Latijns-Amerika. In die landen op het zuidelijk halfrond wordt het meest uit de Bijbel gelezen. Ook de belangstelling voor en het vertrouwen in de Bijbel zijn in deze landen groot.
„Wie christenen betrokken wil houden bij het christelijk geloof in hun dagelijks leven moet Bijbelgebruik stimuleren”, is de conclusie die de onderzoekers daaraan verbinden. „Dan neemt de relevantie ervan voor het dagelijks leven eveneens toe.”
Jongeren
Het onderzoek laat eveneens zien dat er potentie is voor het vergroten van het begrip van de Bijbel en het christendom onder de jongere generaties. In ieder geval in het Westen is onder de 18 tot 34-jarigen een toename van de belangstelling voor de Bijbel ten opzichte van voorgaande generaties.
Zo bestaat het segment ”actief betrokken, maar niet zeker over de relevantie van de Bijbel” binnen het westerse cluster voor de helft uit jongeren, terwijl de jongeren slechts een kwart van het totaalaantal geïnterviewde westerse personen uitmaken. Zij geven aan dat ze graag meer willen leren over de Bijbel, al twijfelen ze of de Bijbel persoonlijke of maatschappelijke relevantie heeft.