Ds. B.E. Weerd gaat naar korfbalwedstrijd voor verbinding met samenleving
Als predikant in Papendrecht krijgt hij te maken met zowel secularisatie vanuit de omgeving Rotterdam als traditie vanuit de Alblasserwaard. Ds. B.E. Weerd is woensdag 25 jaar predikant.

Ds. Weerd is sinds 2018 verbonden aan de hervormde gemeente van Papendrecht, wijk West. Zondag ging hij voor tijdens een jubileumdienst in de Sionskerk. Als tekst had hij 2 Korinthe 4:1-15 gekozen, over de schat in aarden kruiken, uitlopend op de opwekking van de Heere Jezus. „Het was een bijzondere dienst. Ik heb dankzegging gedaan voor de schat van het Evangelie van Jezus Christus. Hij brengt het leven door Zijn overwinning over dood, zonde en machten. Paulus schreef dat hij de moed niet verloor. Er gebeuren tegenwoordig zoveel moedbenemende dingen, maar dankzij het Evangelie van Jezus Christus heb ik moed.”
Bent u die moed weleens verloren?
„Toen ik in Huizen stond, heb ik in ieder geval wel een moeilijke tijd gehad. Huizen was vroeger een christelijk dorp en een bolwerk van de Gereformeerde Bond. Nu doet de secularisatie zich daar sterk gelden. Er komen vanuit omliggende plaatsen als Bussum en Hilversum veel mensen wonen die helemaal niets met God hebben en zich niet door Hem laten gezeggen.
Op een bepaald moment vroeg ik me af of er wel vrucht op de prediking was. Dat greep me toch zo aan. Gelukkig ben ik er weer bovenop gekomen. God gaf me nieuwe kracht. Daarbij is het materiaal van de IZB (de vereniging voor zending binnen de Protestantse Kerk in Nederland, red.) me tot steun geweest.”
Is het in Papendrecht anders?
„Hier heb je zowel te maken met de zuigkracht van een seculiere omgeving als met het kerkelijke erfgoed van de Alblasserwaard. Er vestigen zich nogal wat stellen uit dorpen als Alblasserdam, Bleskensgraaf en Wijngaarden. Zij voegen zich doorgaans gemakkelijk in het kerkelijke leven in. We zijn blij met hun inbreng.
Er is ook een andere kant. Deze omgeving is sterk geseculariseerd. We proberen als kerk verbinding te maken met de samenleving. Dat vraagt om iets anders. We nodigen hen bijvoorbeeld uit voor een maaltijd met Kerst en Pasen. Ik heb vroeger gekorfbald en ga hier in Papendrecht wel eens naar wedstrijden kijken, waar ik dan met allerlei mensen in aanraking kom. Ik probeer vooral goed te luisteren.”

Hebt u overgangen van de wereld naar de kerk meegemaakt?
„Dan denk ik aan de mevrouw die ik in het winkelcentrum in Papendrecht ontmoette. Ik nodigde haar uit voor de kerstmaaltijd en mocht haar kindje even vasthouden. Nu is ze meelevend lid en nodigt ze zelf voorbijgangers uit voor de maaltijd.
Ik denk ook aan een catechisante die niet met het geloof is opgevoed en die op een wonderlijke manier bij onze kerk terechtgekomen is. Ze volgde dit seizoen de catechese. Ze komt ’s zondags naar de kerk en heeft waardering voor de prediking en onze kerkelijke traditie.
Nieuwkomers kennen nog geen vormen. Het is belangrijk dat ze betrokken worden op het Evangelie en dat ze het belang van waarden als trouw en gemeenschapszin inzien. Goede gewoonten kunnen hen helpen. Daarnaast kunnen nieuwe vormen ook behulpzaam zijn, bijvoorbeeld het opstarten van een Bijbelstudiegroep na de catechesejaren.”
Hoe bent u zelf opgegroeid?
„Dat was in Nunspeet, een christelijk dorp op de Veluwe. Ik wilde al vanaf de basisschool predikant worden. Thuis vertelde ik vol vuur de verhalen door die ik op de zondagsschool hoorde. Later was ik veel bezig met vrijwilligerswerk voor de kerk, onder meer tijdens de vakantiebijbelweek. Toen ik op de middelbare school zat, wilde ik theologie gaan studeren, maar ik durfde het van de derde tot en met de vijfde klas niet echt hardop te zeggen.

Tijdens mijn studie ben ik bekeerd van mijn eigen vroomheid. Ik wist zo goed hoe alles moest, maar in het studentenhuis in Houten werd ik nogal eens op de hak genomen. Toen zag ik in dat het daarin niet zit. Je kunt met je vroomheid zomaar hoogmoedig worden.
Het betekende gelukkig geen echte crisis in mijn geloofsleven. Ik had een Timotheüsbekering, kende de Heere Jezus al jong en had de blijvende zekerheid dat Hij mij van al mijn zonden verlost had. Dat is niet meer weggegaan. Jezus Christus is de Weg, de Waarheid en het Leven.”
In uw studeerkamer is veel dat herinnert aan Gouderak.
„Dat was mijn eerste gemeente en mijn eerste liefde. Ds. H.G. de Graaf bevestigde me met de woorden uit Johannes 21: „Hoed mijn schapen.” Dat heb ik mogen doen. Alles was toen nieuw voor me. Daar heb ik de eerste indrukken van het predikantenbestaan opgedaan en daar kwam ik onder de indruk van de trouw van de gemeente.
Ik herinner me een groep jongeren die tijdens de jaarwisseling met een grote zak vol vuurwerk bij ons aan huis kwam om nieuwjaar te wensen. Als jongeren 14, 15 jaar zijn, vraag je je wel eens af wat er van hen terecht moet komen. Nu zijn diverse van deze jongeren in Gouderak en omgeving kerkenraadslid. Zeker, mijn hart ligt bij de jongeren.”