Reformatorische school ziet geen opleving geweld
Het geweldsincident dat zich dinsdag op de Pieter Zandt Scholengemeenschap in Kampen voordeed, lijkt op zichzelf te staan. Reformatorische middelbare scholen bespeuren geen trend van toenemend geweld, zo blijkt uit een belronde van het Reformatorisch Dagblad.
Hevig schrikt Johan van Putten, bestuursvoorzitter van de Pieter Zandt Scholengemeenschap, als hij dinsdag een filmpje ziet van iets wat zich zojuist onder het dak van zijn school heeft afgespeeld. De beelden tonen hoe twee leerlingen –een forse jongen en een meisje– ruziemaken om een stoel. Als de jongedame de knul op zijn hoofd begint te meppen, draait de jongen zich om en slaat haar met één klap tegen de grond. Daar blijft ze bewusteloos liggen. Een van de medeleerlingen zegt lachend dat ze dood is. Het filmfragment laat niet zien dat het meisje even later weer bijkomt.
Het incident staat op zichzelf, verklaart Van Putten woensdag desgevraagd, als hij weer enigszins van de schrik is bekomen. „Ik kan me niet heugen dat iets van deze orde zich vaker heeft voorgedaan de afgelopen jaren. Leerlingen voelen zich juist in behoorlijke mate veilig, weten we uit eigen onderzoek.” Ook kan de bestuursvoorzitter, die al sinds 1985 op het Pieter Zandt werkt, zich niet herinneren dat er ooit politie aan te pas moest komen.
Van Putten hoort wel van collega-schoolleiders uit Midden- en Noord-Nederland dat jongeren vaker over hun grenzen gaan. „Ze wijten dat aan de coronacrisis, die impact heeft gehad op jongelui. Maar op het Pieter Zandt merken we dat niet.”
Kaliber
Ook de Jacobus Fruytierscholengemeenschap, met vestigingen in Apeldoorn, Rijssen en Uddel, ziet geen opleving van geweldsincidenten, laat bestuursvoorzitter Frans van Hartingsveldt via een woordvoerster weten. „Er is altijd wel een incidentje. Maar niet van dit kaliber”, zegt hij verwijzend naar de vechtpartij op het Pieter Zandt. Wel ziet hij dat sinds de coronapandemie meer leerlingen kampen met vermoeidheid of depressieve gevoelens.
Het Van Lodenstein College houdt de aantallen geweldsincidenten op zijn vijf locaties bij, laat een woordvoerder weten. „Elk schooljaar vinden wel enkele gevallen plaats waarbij sprake is van fysiek geweld. Dat kan tussen leerlingen onderling zijn of richting een medewerker van de school. Geweld waarbij iemand gewond raakt, is gelukkig zeldzaam.”
Knokpartij
Jaap van Dam, bestuursvoorzitter van het Ichthus College in Veenendaal, zegt „absoluut” geen toename in het aantal uitbarstingen van geweld te zien. „Daarmee wil ik niet zeggen dat er nooit wat gebeurt. Elk jaar zijn er wel een paar knokpartijtjes tussen een aantal leerlingen. En zo nu en dan ontdekken we vuurwerk.” Dat gebeurde deze week nog. Een leerling had op school vuurwerk afgestoken. Het bleek te gaan om illegaal spul uit België.
De NOS meldde dinsdag dat de vereniging van jeugdartsen zich zorgen maakt om toenemende stress bij middelbare scholieren, waardoor sommigen klachten zoals buikpijn krijgen en zich ziekmelden. Van Dam herkent dat beeld. „Wij krijgen signalen dat meer leerlingen dan voorheen in de problemen zitten. Het gaat om eenzaamheid, onzekerheid en depressiviteit, die we vooral zien bij meiden in bovenbouw vwo.” Volgens hem hebben deze mentale problemen echter niets te maken met eventuele geweldsincidenten.
Ook Richard Toes, bestuursvoorzitter van Scholengroep Driestar-Wartburg in de regio Gouda en Rotterdam, heeft niet de indruk dat jongeren vaker dan voorheen met elkaar op de vuist gaan. Wel merkt hij dat de coronaperiode onrust heeft veroorzaakt. „Veel leerlingen hebben achterstanden opgelopen; dat kan frustratie en woede geven. Ook kunnen ze stress krijgen van de toenemende prestatiedruk. Ik vind het daarom heel belangrijk dat een school geen prestatiefabriek is, maar een vormingsinstituut.” Toes wijst op het belang van ontspanning op school, naast onderwijs en ontmoeting.
Prestatiedruk
Op de Gomarus Scholengemeenschap, met locaties in Gorinchem en Zaltbommel, was onlangs een vechtpartij tussen groepen leerlingen, vertelt bestuurder Chris Flikweert. „Maar dat is zeker geen schering en inslag. Het is jaren geleden dat iets soortgelijks zich voordeed.” De algemeen directeur merkt wel dat de coronatijd een negatieve invloed heeft gehad op leerlingen. „Scholieren moeten weer wennen aan de normale structuur: rust en regelmaat. Die is er in coronatijd te vaak niet geweest.”
Ook Johan Hoff, bestuurslid bij CSG Prins Maurits, ziet de negatieve gevolgen van de coronapandemie op het mentale welzijn van leerlingen. „Veel van onze leerlingen hebben te lijden onder prestatiedruk of hebben moeite met het zelfstandig oppakken van taken. Tijdens de lockdown kregen leerlingen minder begeleiding. Daardoor hebben ze nu meer moeite met ordenen, plannen en organiseren. Dat vraagt op dit moment onze aandacht.”
Hoff zegt geen opleving van geweld op school te zien. „Het gebeurt een enkele keer dat leerlingen elkaar te lijf gaan. Die incidenten worden geregistreerd. Vorig jaar was er wel een vechtpartij die ook door leerlingen is gefilmd en gedeeld op sociale media. Maar sindsdien zijn er geen grote incidenten meer geweest.”
Intussen lijken de twee leerlingen van het Pieter Zandt de ruzie te hebben bijgelegd. Het meisje heeft op sociale media een bericht geplaatst waarin ze zegt zelf ook schuldig te zijn aan wat er is gebeurd. Ook hebben de ouders van beide leerlingen contact met elkaar gehad, weet bestuursvoorzitter Van Putten. „Daarin was geen sprake van wederzijdse verwijten, maar van gedeelde zorg.”