Volgens het onderzoek zijn NS-werknemers die treinen onderhielden en repareerden jarenlang onvoldoende beschermd geweest tegen de kankerverwekkende stof chroom-6. Deze werd decennialang verwerkt in verf die op de treinstellen werd gesmeerd. De stof gaat roestvorming tegen. Vanaf de jaren 70 werd duidelijker dat de stof voor gezondheidsrisico’s zorgt, omdat mensen vervuilde stofdeeltjes kunnen inademen, ook bij het verwijderen van oude verflagen. Het gaat om (oud-)werknemers die tussen 1970 en 2020 in een van de NS-werkplaatsen hebben gewerkt.

„Dat er tussen 1974 en 2015 niet één arbeidsinspecteur op het idee is gekomen om bij NS eens diepgaand te kijken naar blootstelling aan dit soort stoffen, is bizar”, zegt FNV-bestuurder Henri Janssen.

CNV zegt dat veel werknemers en voormalig medewerkers rondlopen „met het nare idee dat ze hierdoor ernstig ziek kunnen worden”, zegt CNV-onderhandelaar Ike Wiersinga. „Dat is niet meer terug te draaien, die schade is al aangericht. Het enige wat NS nu nog kan doen, is excuses maken en zorgen voor een ruimhartige schaderegeling, ook voor oud-werknemers. Dat doet NS gelukkig ook”, stelt Wiersinga. De bond zegt daarmee tevreden te zijn.

FNV is minder positief over de compensatie, en noemt de schaderegeling „het paard achter de wagen spannen”, zegt FNV-bestuurder Henri Janssen. „Dit had allemaal niet gehoeven als de NS-deskundigen op tijd hadden ingegrepen. Werknemers ongecontroleerd blootstellen aan kankerverwekkende stoffen is absurd en gebeurt bovendien nog steeds in veel andere bedrijven”, zegt hij. FNV wil dat werken met kankerverwekkende stoffen „radicaal veiliger” wordt.

FNV is ook niet te spreken over de manier waarop bedrijfsartsen te werk gingen en gaan. De bond wil al langer dat bedrijfsartsen een „andere, volledig onafhankelijke positie” krijgen. Volgens FNV doen bedrijfsartsen sinds de privatisering van de arbodiensten te weinig aan preventie en houden ze zich voornamelijk bezig met ziekteverzuim.