’VN moeten voorkomen dat geld in verkeerde zakken belandt’
Voor Nederland staat vast dat de Verenigde Naties de hulpverlening aan de door de zeebeving getroffen gebieden in Zuid–Azië moeten aansturen. Op die manier moet worden voorkomen dat regeringen politieke spelletjes spelen en het geld voor hulp in verkeerde zakken belandt. Dat heeft minister Van Ardenne voor Ontwikkelingssamenwerking donderdag gezegd. Namens Nederland woonde ze de donorconferentie in Jakarta bij.
Van Ardenne noemde het indrukwekkend hoe ook in de regio zelf publieke hulpacties van de grond komen. In Indonesië, India, Japan en China zijn mensen ook geld aan het inzamelen. „De verbroedering onder Aziatische landen is heel bijzonder", zei Van Ardenne.
Op de „indrukwekkende en emotionele" conferentie zijn afspraken gemaakt over de internationale hulpverlening, is gesproken over de wederopbouw en is bepaald dat er in Zuid–Azië een waarschuwingssysteem voor tsunami’s komt. De Europese Unie zal daarbij helpen, aldus Van Ardenne.
Indonesië heeft Nederland verder gevraagd om het amfibisch transportschip hr.ms. Rotterdam beschikbaar te stellen om vooral het zwaar getroffen Atjeh van medische hulp te kunnen voorzien. Nederland is daar volgens de CDA–minister toe bereid, maar wacht nog op toestemming van de VN. Komende dinsdag, tijdens een VN–bijeenkomst in Genève over de natuurramp, hoopt Van Ardenne verdere afspraken te maken. Daar worden waarschijnlijk ook langjarige afspraken gemaakt over hulp, waar volgens Van Ardenne ook Nederland zijn aandeel in zal hebben.
Nederland vindt het nog te vroeg om te praten over kwijtschelding van schulden of een tijdelijke opschorting van afbetalingen. Volgens Van Ardenne heeft Japan aangegeven bereid te zijn daarover na te denken, als een land als Indonesië daarom vraagt. De Britten hebben een moratorium gesuggereerd. Nederland staat niet te springen, aldus Van Ardenne. „Dit is te snel en voor ons nog niet aan de orde." Het onderwerp komt volgende week aan de orde tijdens een vergadering van de Club van Parijs. Als het aan Van Ardenne ligt, wordt er gewacht op informatie van de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds. Nu gaat het volgens haar eerst om noodhulp.