Van Veen en Geelen maakten deel uit van een groep van dertien Nederlanders die op het moment van de zeebeving in Koggala, nabij de zwaar getroffen plaats Galle, verbleef. De Nederlanders, die alleen materiële schade leden, werden in een boeddhistisch klooster opgevangen.

„De monniken hebben hun laatste voedsel en drinkwater uit hun mond gespaard om ons te verzorgen", liet Van Veen donderdag weten. „Ze vroegen ons de Sri Lankanen niet te vergeten." Terug in Nederland openden de overlevenden een rekeningnummer waarop particulieren en bedrijven geld kunnen storten. In een dag tijd is een bedrag van 25.000 euro opgehaald. Daarnaast hebben bedrijven goederen aangeboden, waaronder medicijnen, kleding, verzorgingsproducten en speelgoed.

Van Veen en Geelen brengen samen met een bevriende kinderarts een tiendaags bezoek aan het klooster, waar momenteel volgens het duo ongeveer vierhonderd mensen worden verzorgd. Ze willen volgende maand nog een container met goederen naar de rampplek sturen. „Dan gaat het om onder meer rolstoelen, typemachines en naaimachines", aldus Van Veen. „Daarnaast zijn er plannen om bijvoorbeeld een weeshuis te adopteren."

De eveneens Amsterdamse Veronique Lecluse is ook een particulier initiatief begonnen om de slachtoffers van de zeebeving te helpen. De reisleidster zat op het moment van de ramp met een groep toeristen in het binnenland van Sri Lanka en besloot naar het getroffen gebied te gaan om hulp te bieden. Ze zamelt via de website www.veronique.lecluse.org geld in, wat ze gebruikt om noodzakelijke basisproducten als tandpasta, ondergoed en muggennetten te kopen.