Tegenslag kabinet: rechter moet opsluiting asielzoeker toetsen
De rechter mag zich meer met het opsluiten van bijvoorbeeld uit te zetten asielzoekers bemoeien dan tot dusver in Nederland de regel was. Zo moet hij uit eigen beweging nagaan of asielzoekers terecht zijn opgesloten, oordeelt het Europees Hof van Justitie. Als blijkt dat er geen vaart zit in de asielprocedure of uitzetting of dat de opsluiting een al te zware maatregel is, moeten ze meteen worden vrijgelaten.
De uitspraak is een tegenslag voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het ministerie van Justitie, die vinden dat de rechter zich terughoudend moet opstellen. Tot dusver was de regel dat de rechter zich alleen zou uitspreken over de rechtmatigheid van vreemdelingendetentie als de IND of de tegenpartij daarom vroeg.
Onder meer de Raad van State, de hoogste Nederlandse bestuursrechter, had het hof in Luxemburg om meer duidelijkheid gevraagd. De rol van de rechter in de asielprocedure lijkt de laatste jaren, mede onder invloed van het hof, groter te worden dan voorheen. Een rechtbank mag niet alleen, maar móet de voorwaarden voor vreemdelingenbewaring uit eigen initiatief toetsen, heeft de hoogste Europese rechter nu bepaald.
De zaak draaide om de klacht van een drietal opgesloten migranten uit Algerije, Marokko en Sierra Leone.