Asielaanvragen stijgen zonder ingrijpen naar ruim 50.000 in 2023
Bij ongewijzigd beleid stijgt het aantal asielaanvragen naar 50.650 in 2023, zo blijkt uit de prognose die staatssecretaris Eric van der Burg (Asielzaken) vrijdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Voor dit jaar worden er 48.200 aanvragen voor asiel ingediend. Beide aantallen zijn hoger dan eerder verwacht.
De groei zit voor een belangrijk deel in het aantal nareizigers, gezinsleden van vluchtelingen die in Nederland mogen blijven. Ook door de opheffing van reisbeperkingen die vanwege corona van kracht waren, is de instroom van asielzoekers toegenomen. In andere Europese landen is eveneens sprake van een stijging van het aantal asielaanvragen. De verwachting is dat de instroom in Nederland na volgend jaar daalt naar 41.000, al „is hierbij de onzekerheidsmarge groter”, schrijft Van der Burg.
„Als we niets doen en het beleid ongewijzigd blijft, hebben we dus meer plekken nodig”, zei de staatssecretaris na afloop van de ministerraad. „Ook als er niets verandert in de situatie in de wereld krijgen we meer asielzoekers dan we tot nu toe hadden verwacht.” De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) hebben van de staatssecretaris opdracht gekregen extra personeel aan te trekken. Mede gezien de krapte op de arbeidsmarkt is dat niet van de ene op de andere dag geregeld, tekent Van der Burg daarbij aan.
Dit betekent dat de achterstand bij de IND bij de beoordeling van de aanvragen verder oploopt en mensen langer op een besluit over hun asielaanvraag moeten wachten. Ook moet er volgens de staatssecretaris voorlopig nog hard worden gewerkt aan de uitbreiding van het aantal opvangplekken voor asielzoekers én voor huisvesting voor statushouders. Als statushouders een woning hebben, kunnen zij weg uit een asielzoekerscentrum, waardoor er daar weer plek komt.
„Daarnaast zal ik wat vaker naar het buitenland moeten gaan om afspraken te maken met de landen van herkomst”, zei de staatssecretaris. Uitgeprocedeerde asielzoekers gaan vaak niet terug naar het land van herkomst, onder meer omdat dat daar geen medewerking aan wil verlenen.
Het kabinet is tevens bezig met de vraag hoe Nederland op de langere termijn moet omgaan met migratie in de volle breedte. „Het gaat dan om arbeidsmigratie, studie, liefde en asiel”, zei Van der Burg.