Bezinning op de prediking
Kees van Ekris, voormalig zendeling in Indonesië en daarna gemeentepredikant (PKN), is tegenwoordig theoloog en programmaleider van Areopagus/IZB, een centrum voor contextuele en missionaire prediking. In 2018 promoveerde hij op een homiletisch onderwerp aan de PThU. Hij schreef de homiletische studie ”Dialoog, dans en duel. Preken voor tijdgenoten”.
In deze studie behandelt hij de vraag hoe je de boodschap van de Bijbel kunt vertalen naar de concrete werkelijkheid van mensen in deze tijd. Om het religieus karakter van onze tijd te peilen, peilt dr. Van Ekris vooral de moderne literatuur, popmuziek en filmcultuur. Voor de homiletische aspecten maakt hij onder meer dankbaar gebruik van diepte-interviews die hij met anderen bij collega-predikanten afgenomen heeft. Voor een theologische bezinning op deze tijd luistert dr. Van Ekris naar stemmen uit de wereldwijde kerk.
Dr. Van Ekris weet al die verschillende stemmen te ordenen. Daardoor creëert hij rust en ruimte om met de lezer naar die stemmen te luisteren en zich daarop te bezinnen. De lezer die hij beoogt is vooral de collega-predikant, de student, het kerkenraadslid en het tijdbetrokken gemeentelid.
Hij schrijft zijn studie in de context van de PKN, waarbinnen hij een hartstochtelijk pleidooi voert voor ambachtelijke prediking. Dr. Van Ekris weet ook van de aanvechtingen, zwakheden en gevaren in het hart van de prediker. Die verweeft hij op een integere wijze in zijn studie. Vooral het slothoofdstuk is voor predikers heel herkenbaar. Elk hoofdstuk sluit af met vragen in drie categorieën: vragen voor predikanten, voor kerkenraadsleden en verdere vragen. Hij schrijft deze studie om het gesprek over de prediking op gang te brengen dan wel te verdiepen.
Ergens in een voetnoot –bescheidenheid siert de mens!– omschrijft dr. Van Ekris zélf het karakter van deze studie. „Dit boek is een poging tot homiletische theologie, gevoed door Bijbelse en systematische theologie.” Ik lees het woord ”poging” niet als een poging om op voorhand jezelf in te dekken voor kritiek, maar als een poging van een medemens die net als ik slechts kan stamelen over ”grote zaken”.
Immers met de kernvraag van deze studie worstelen niet alleen hervormd-gereformeerde predikanten en voorgangers in de PKN, maar ook predikers in andere reformatorische denominaties. Ondanks verschillende kerkelijke contexten huist onder dat flinterdunne vernis een modern mens, wat ook ik ben. Met alle waardering voor deze geëngageerde en prikkelende studie plaats ik ook drie kritische kanttekeningen om elkaar verder te helpen.
Integer
Dr. Van Ekris schrijft integer met het oog op zijn medemens, ook zijn collega-predikanten. Treffend en herkenbaar beschrijft hij de praktijk van het maken van een preek, de zwakte en kwetsbaarheid van een predikant en de soms beladen context waarin de prediking klinkt. Toch bekroop mij al lezend een paar keer het gevoel dat de lat soms wel erg hoog gelegd wordt. Zo preekt niet elke predikant slechts één keer per zondag in zijn gemeente of gaat hij alleen ’s morgens voor. Wanneer van hem naast het wekelijks voorbereiden van een of twee preken óók verwacht wordt om twee dagen per week te reserveren voor studie, werk te maken van zijn pastoraat, zich op de hoogte te stellen van de tijdgeest en op maandag tijd in te ruimen voor reflectie op de achterliggende zondag, vroeg ik me af waar de doorsneepredikant die tijd vandaan moet halen; nog afgezien van de zorg voor zijn gezin en voor zichzelf. De balans tussen het slothoofdstuk en andere hoofdstukken is op dit vlak soms uit evenwicht.
Tweede kanttekening: voor de Bijbels-theologische en systematische bezinning oriënteert dr. Van Ekris zich hoofdzakelijk op Noordmans, Miskotte, Koopmans, Barth, Halik en Brueggemann. Als Bijbels theoloog begrijp ik die oriëntatie, maar ik mis gereformeerde tegenstemmen uit vroegere en latere tijd. Die schurende tegenstemmen ontbreken, zelfs vertegenwoordigers van de Gereformeerde Bond komen zelden aan het woord. Zij kunnen bijvoorbeeld duidelijk maken dat Jezus niet alleen mensen bevraagt, maar hen ook met Zijn Persoon en Woord confronteert. Juist de evangeliën laten zien hoe het ”tegenover” van de prediking in Jezus’ verkondiging functioneert.
Ten slotte, te vaak staan in deze studie zinnen als: „De Bijbel is ook grote literatuur waarin een lange traditie al haar bestaanservaringen deelt en overdraagt, al haar inzichten over het goede leven en over God.” Wie het theologisch klimaat binnen de reformatorische kring peilt, struikelt over dit soort aanvechtbare zinnen. De Bijbel is geen literaire neerslag van existentiële ervaringen uit een vervlogen tijd en cultuur. Gods Woord is ook niet méér dan alleen een literaire neerslag. Hier had een systematisch theoloog van gereformeerden huize de homileet goede diensten kunnen bewijzen.
Dialoog, dans en duel. Preken voor tijdgenoten, Kees van Ekris; uitg. KokBoekencentrum; 320 blz.;
€ 24,99