Mens & samenlevingweek van de pleegzorg

Rotterdams echtpaar: Pleegzorg is niet alleen voor supermensen

De telefoon rinkelt bij familie Van der Hoeven. „Kunnen jullie vandaag een baby ophalen in het ziekenhuis?” Na een hectische start zorgen Erik (46) en Salina (49) inmiddels vijf jaar voor pleegdochter Kim.

31 October 2022 14:35
Pleegdochter Kim mag tot haar achttiende bij Erik en Salina van der Hoeven wonen. beeld Roel Dijkstra Fotografie
Pleegdochter Kim mag tot haar achttiende bij Erik en Salina van der Hoeven wonen. beeld Roel Dijkstra Fotografie

Het zou best mooi zijn om een kind een veilig thuis te bieden, denken Erik en Salina van der Hoeven in 2015. Het Rotterdamse echtpaar is dan vijf jaar getrouwd. „Toen was er ruimte in ons huis en in ons hart. Als we destijds eigen kinderen hadden gehad, zouden we waarschijnlijk geen pleegkind hebben genomen”, blikt Erik zeven jaar later terug.

Al snel vragen ze informatie aan bij diverse pleegzorginstellingen. Daarna kiezen ze voor de informatiecursus bij de Rotterdamse instelling Enver. Ook moeten Erik en Salina een levensboek schrijven waarin ze onder meer reflecteren op hun eigen opvoeding.

Het echtpaar Van der Hoeven, lid van de gereformeerde gemeente in Rotterdam-Alexanderpolder, ervaart gaandeweg het traject dat er deuren opengaan. Na een huisbezoek van de pleegzorginstelling Enver komt er groen licht en wordt het echtpaar opgenomen in het bestand van pleegouders.

Regelmatig bekruipt hen de twijfel: Zijn we wel geschikt? Is een pleegkind wel verstandig gezien onze leeftijd? Maar die twijfels verdwijnen als blijkt dat er een verscheidenheid aan gezinnen nodig is voor pleegzorg. „Omdat er heel veel verschillende kinderen zijn,” zegt Salina.

Aangezien het echtpaar geen ervaring heeft met het opvoeden van kinderen, adviseert Enver om open te staan voor een kind tussen nul en twee jaar.

Bij het koppelen van een pleegkind aan een passend pleeggezin, denkt een instelling vanuit de belangen van het kind. Erik: „De gedachte is niet: Laten we eens een kind zoeken bij de wensen van deze pleegouders. Maar altijd: wat heeft het kind nodig?” Het echtpaar staat op voorhand open voor allerlei soorten kinderen, ook bijvoorbeeld van ouders met een islamitische achtergrond. „We hebben wel duidelijk aangegeven wie wij zijn en waar we voor staan”, vertelt Erik.

18740447.JPG
Pleegdochter Kim mag tot haar achttiende bij Erik en Salina van der Hoeven wonen. beeld Roel Dijkstra Fotografie

Pampers

Het duurt uiteindelijk negen maanden voordat de telefoon gaat in huize Van der Hoeven. Enver Pleegzorg zoekt een plekje voor een pasgeboren baby. „Kunnen jullie haar vandaag ophalen in het ziekenhuis? Ze kan namelijk niet met haar ouders mee naar huis”, zo klinkt de vraag. Salina en Erik zijn overrompeld. „Je weet dat het telefoontje kan komen, maar hoe moeten we dit zo snel oplossen?”

Na overleg met Enver kan het pasgeboren meisje, Kim, een paar dagen naar een crisispleeggezin. Als ze acht dagen oud is, komt ze bij echtpaar Van der Hoeven in huis. Erik: „We hadden wat spullen verzameld, zoals een commode. Maar we wisten vooraf niet of we een kind zouden krijgen van een paar dagen of van twee jaar oud. Welke pampers moet je hebben? En welke babyvoeding? Gelukkig kregen we die dagen veel hulp.”

Enver onderzoekt in eerste instantie of Kim bij haar biologische ouders kan opgroeien. Daarom gaat het meisje in haar eerste levensjaar iedere week een dagje naar hen toe. Uiteindelijk beslist de jeugdrechter dat Kim tot haar achttiende bij Erik en Salina mag opgroeien. Het echtpaar besluit in overleg met pleegzorg dat de voogdij over Kim bij een jeugdbeschermer komt en niet bij hen als pleegouders. Over de reden waarom haar biologische ouders niet voor Kim kunnen zorgen, willen Erik en Salina niet uitweiden.

Kim is inmiddels vijf jaar en komt nog eens per maand drie uur bij haar ouders. Ook skypen ze regelmatig. „We hebben leuk en goed contact met de ouders van Kim”, vertelt Salina. „De bezoekregeling zit in een stabiel vaarwater.”

De pleegmoeder vertelt dat Kim het heel gewoon vindt dat ze twee papa’s en twee mama’s heeft. „Ze noemt ons alle vier papa of mama en dan onze voornaam. Ze weet wel dat ze uit de buik van de ene mama komt en opgroeit bij de andere mama.”

Geen feestje

Het moeilijkst aan pleegzorg, vindt echtpaar Van der Hoeven, is het verdriet van de ouders van hun pleegdochter. Salina: „Als Kim op bezoek was en ik haar weer kwam ophalen, zag ik hun pijn. Dan dacht ik weleens: wie ben ik dat ik dit wel kan en mag doen?”

Een vooroordeel dat de pleegouders nogal eens horen, is dat kinderen blij moeten zijn dat ze in een pleeggezin mogen wonen. Maar zeker oudere kinderen staan daar echt niet om te trappelen, stelt Erik. „De loyaliteit aan biologische ouders zit soms heel diep, ook al is de situatie daar beroerd. Je kunt nóg zo lief zijn als pleegouders en het lekkerste eten en mooiste speelgoed hebben. Een uithuisplaatsing is geen feestje.”

Tegen mensen die denken dat pleegzorg te hoog gegrepen is, zou Salina willen zeggen: „Ze zoeken hele normale gezinnen. Ook wij lopen soms keihard tegen onszelf aan. We zijn helemaal geen supermensen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer