Amsterdam wil door met waterstofbussen
De drie brandstofcelbussen die in Amsterdam–Noord rijden, zijn een succes en daarom wil de gemeente aan het Europese experiment van busfabrikant DaimlerChrysler mee blijven doen. Als Amsterdam genoeg geld bij elkaar krijgt, zullen de milieuvriendelijke bussen de komende drie jaar blijven rijden.
Dat liet wethouder Maij van Milieu dinsdag weten tijdens de opening van de expositie “H2: de Blauwe Brandstof’ in wetenschapsmuseum NEMO. „Het zou ideaal zijn als de bussen in de toekomst permanent kunnen blijven.” Maij voorziet dat ook andere voertuigen van de gemeente, zoals vuilniswagens, in de toekomst op waterstof gaan rijden.
In 2003 werden de bussen in de reguliere dienstregeling opgenomen. Aan het experiment doet behalve het Gemeentelijk Vervoerbedrijf (GVB) ook Nuon, Shell en de gemeentelijke dienst afvalverwerking mee. De proef voor de waterstofbussen in diverse hoofdsteden in Europa wordt deels betaald door de Europese Unie.
In NEMO kunnen bezoekers zelf elektriciteit uit waterstof opwekken bij de nieuwe expositie ’H2: de Blauwe Brandstof. Een manier om aan waterstof te komen, is door water te splitsen in waterstof en zuurstof. „Dat doen we door water onder stroom te zetten", aldus NEMO. De vrijgekomen waterstof kan worden opgeslagen. Geïnteresseerden mochten dinsdag een speciaal ritje maken in een waterstofbus.