Kabinet blijft bij volgens studenten lage compensatie leenstelsel
Minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs) houdt vast aan de door studentenbonden als te laag bestempelde compensatie voor studenten die onder het leenstelsel vielen. Dat blijkt uit het wetsvoorstel om de basisbeurs opnieuw in te voeren dat de minister maandag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Studenten worden 1400 euro gekort op hun studielening als ze vier jaar hebben gestudeerd onder het leenstelsel. Daarnaast mogen ze de 1835 euro die ze al kregen als voucher voor nascholing, volgens het wetsvoorstel ook inzetten om de studieschuld omlaag te brengen. De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en FNV Young & United hebben in februari geprotesteerd tegen deze compensatie van in totaal grofweg 3000 euro, die volgens hen te laag is.
Het wetsvoorstel dat Dijkgraaf naar de Kamer heeft gestuurd, wijkt ook op andere vlakken weinig af van eerdere plannen. Uitwonende studenten krijgen zoals eerder bekend 275 euro basisbeurs per maand vanaf studiejaar 2023-2024. In dat jaar krijgen zij eenmalig 165 euro vanwege de hoge inflatie en energiekosten. Thuiswonende studenten ontvangen 110 euro.
Alleen de aanvullende beurs voor studenten met ouders met een relatief laag inkomen is iets hoger dan eerder gezegd: maximaal 416 euro in plaats van 401 euro. De ouders moeten niet meer verdienen dan afgerond 70.000 euro om hiervoor in aanmerking te komen. Hoe lager het inkomen, hoe hoger de aanvullende beurs.
Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) spreekt in reactie op het wetsvoorstel van een „verbetering van de financiële situatie”, maar vindt ook dat sommige groepen studenten over het hoofd worden gezien. Het ISO noemt bijvoorbeeld de ‘pechgeneratie’ - de studenten die onder het leenstelsel vielen. „Deze studenten kunnen nu op een klein percentage van hun misgelopen basisbeurs rekenen, maar zijn hier weinig mee geholpen.” Ook wie al langer studeert en daarom het volgende studiejaar geen recht meer heeft op studiefinanciering, krijgt het volgens de belangenbehartiger moeilijk.
Studenten in het mbo mogen volgens het wetsvoorstel onder dezelfde voorwaarden en rentetarieven aflossen als studenten op het hbo en de universiteit. Wie een lening aangaat voor een mbo-opleiding heeft nu 15 jaar om dat af te betalen, maar dat wordt net als in het hoger onderwijs 35 jaar. Mbo’ers die al hebben gestudeerd onder de oude regeling, mogen zelf kiezen of ze volgens de oude of nieuwe voorwaarden willen lenen.