Elspeetse boerin: Mijn schapen hebben enorm geleden door wolvenaanval
De schrik zit er nog steeds in bij de schapen van boerin Gerrie en bij haarzelf. Ondanks dat de Elspeetse veehouder met een emmer lokvoer het weiland betreedt, blijven de dieren rondjes rennen.
Bijna twee weken geleden kreeg Gerrie de Jonge uit Elspeet de schrik van haar leven toen ze op een zondagmorgen naar de schapenweide wandelde. Op het hele veld verspreid lagen veertien dode schapen. Aan tafel bij vader en moeder doet ze haar verhaal. „Eén dier heeft nog geprobeerd onder het hek door te kruipen, maar kwam daar vast te zitten. Die is aan de achterkant verscheurd en moest later worden afgemaakt. Wat zal ze geleden hebben en angstig zijn geweest.”
De emotie zit nog diep bij de 40-jarige boerin. „We hebben ’s nachts niets gezien en niets gehoord. Gelukkig maar, anders hadden die wolven waarschijnlijk ook mij aangevallen.” Wolven? Ja, daar is de Elspeetse van overtuigd. „Vrijwel alle schapen zijn in de keel gebeten en vermoord. Een aantal is ook aangevreten. Dit was een slachtpartij door vermoedelijk een wolvenroedel”, veronderstelt ze.
Schade
Het directe schadebedrag loopt in de duizenden euro’s, los van de vervolgschade. Ze rekent voor: „Totaal ben ik twintig van de 200 schapen verloren. Die brengen per stuk 200 euro op. Daarnaast waren ze drachtig. De kans is groot dat ze door de stress een miskraam hebben gehad of nog krijgen. En een lam van 100 dagen oud, levert al snel 140 euro op.”
De beesten die de dierenarts heeft geprobeerd op te lappen, ondervinden nog steeds de gevolgen. „Bij acht schapen loopt tijdens het eten steeds slijm uit hun keel. Bovendien merk je dat de dieren nog angstig zijn. Als er een auto stopt, vliegen ze gelijk op een kluit.” Ook bij Gerrie zelf zit de schrik in de benen. „Die bewuste zondag kon ik van de spanning nauwelijks lopen. Ook ben ik bang als ik in het donker naar buiten ga. Ik leef elke dag in angst. Wat hier is gebeurd, is pure moord.”
Dat de schade wordt vergoed, is nog lang niet zeker, denkt de getroffen boerin. Bij12, de organisatie die in opdracht van provincies de vergoeding regelt in dit soort zaken, heeft het verlies geregistreerd en ook is er dna afgenomen bij de schapen. „Maar ik ben bang dat het, zoals gebruikelijk, erg lang gaat duren of er komt geen enkele vergoeding als ze het bewijs niet rond kunnen krijgen.”
Maatregelen
Inmiddels zijn er maatregelen getroffen en zijn de schapen verplaatst naar een weiland met stroomdraad. Dat dit lang niet altijd afdoende is, bleek vorig jaar november in het Betuwse Hemmen waar bij twee schapenhouders in één nacht zeven schapen werden gedood. De omheining stond onder stroom. De wolf trok zich er weinig van aan.
De Elspeetse boerin vraagt zich hardop af waarom een roofdier meer rechten heeft dan een schaap, koe, pony of paard, want ook die laatste zijn op andere plekken in Nederland al door een wolf aangevallen.
Diezelfde mening is ook paardenhoudster Marceline Buurman toegedaan. Zij woont aan de Uddelse zijde van Elspeet, vlak bij de plek waar een wandelaar afgelopen zondagmorgen een roedel nieuwsgierige wolven voor zijn neus zag oversteken. Het filmpje daarvan gaat inmiddels viraal via sociale media. Ook in de achtertuin van Buurman heeft zich al zo’n roofdier laten zien. „Mijn paarden lopen overdag buiten, maar nu haal ik ze bewust ’s avonds naar binnen. Een meisje in Drachten is op haar paard al een keer achtervolgd door een wolf. Dat is de reden dat ik niet meer alleen rijd in het bos, maar altijd met anderen. Bovendien neem ik nu een flinke zweep mee om van me af te kunnen slaan als ik aangevallen word. Je ziet dat paardenhouders op de Veluwe nu veel vaker dieren naar binnen halen ’s nachts.”
Buurman is uitgesproken tegen de aanwezigheid van wolven op de Veluwe. „Mijn paarden vertegenwoordigen een waarde van 20.000 euro, maar de emotionele waarde is nog veel groter. Als een wolf een van mijn dieren wat aan doet, is die niet lang wolf meer”, zegt ze dreigend. „Hun aantal neemt alleen maar toe. Als dit zo doorgaat zien we in de toekomst alleen maar lege weilanden of boeren die het recht in eigen hand nemen.”
Uitdaging
Enkele kilometers verder langs de Vierhouterweg tussen Elspeet en Vierhouten drentelen al vretend de 220 heideschapen van herderin Daphne van Zomeren. In de vijf jaar dat ze met haar wollige grazers de 800 hectare heide rond beide Veluwse dorpen grasvrij houdt, heeft ze inmiddels leren leven met de dreiging van de canis lupus, de Latijnse naam van de verre voorouder van onze trouwe viervoeter. ’s Nachts verblijven de schapen in een kraal omgeven door een 1,20 meter hoge afrastering die onder stroom staat. En dat helpt afdoende.
Daphne spreekt liever van een uitdaging dan van een probleem. Toch blijft ze waakzaam en neemt ze geen risico. „Tijdens een mistige ochtend, als ik het gebied niet kan overzien, hou ik de kudde binnen de kraal tot het zicht verbetert.” Als ze wel op pad gaat, neemt ze haar kuddebeschermingshonden mee. Dat is een relatief nieuw fenomeen en een door de provincie Gelderland betaalde proef bij enkele schaapskudden op de Veluwe.
Oktober vorig jaar werd de kudde van collega schaapherder en partner Marc Baars op klaarlichte dag aangevallen door drie wolven. De roofdieren lieten zich niet verjagen door het geschreeuw van de herder. Zonder de flink uit de kluiten gewassen blonde mastins gaat Daphne dan ook niet meer op pad. Inmiddels loopt de proef met de Spaanse honden al enkele maanden en zijn zowel de borders collies, schapen als de herderin gewend aan de nieuwkomers.
Als er geen onraad is liggen de ‘bewakers’ lui aan de voeten van de herderin. Ze slaan echter direct alarm als wandelaars of fietsers op een paar honderd meter afstand passeren. „Ze hebben echt een toegevoegde waarde en ik voel me nu een stuk veiliger. Voorlopig hou ik ze nog aan de lijn. We zitten nog in een bindingsproces van de honden met de kudde. Maar in principe zijn het zelfstandig werkende honden die van nature het instinct hebben om te beschermen.”
Volgens Daphne zouden dit soort honden ook een oplossing kunnen zijn voor andere schaapherders. „Het zijn wel dieren waarmee je moet leren omgaan. Ze kunnen erg goed zien en ruiken en zijn ook zeer alert.” Zelf heeft ze nog nooit een wolf in het wild gespot, ondanks de verrekijker die ze dagelijks bij zich draagt. Wel ziet ze regelmatig sporen van hun aanwezigheid.
De herderin verwacht niet dat wolven uiteindelijk mensen zullen aanvallen. „Je moet ze leren om ze bij het vee vandaan te houden, zodat ze zich alleen richten op het wild. En op andere plekken moet je het probleem oplossen met beschermingsmiddelen als stroomdraad en hekwerken. Dat kun je ook doen als je het wild wil beschermen.”
Afschieten
Van den Eng pleit voor het gericht afschieten van wolven als het probleem groter wordt. „Tegenstanders wijzen er op dat het probleem dan alleen maar toeneemt omdat andere wolven dan hun plaats innemen. In Nedersaksen, waar het wel mogelijk is om bij bewezen overlast een wolf af te schieten, blijkt juist dat de schade dan vermindert. Uit onderzoek blijkt ook dat voor het huidige wolvenbeleid van de overheid onder de bevolking weinig draagvlak is.”
Moeflons
En moeflons dan? Die zijn verdwenen op de Veluwe. „Moeflons horen hier niet thuis, maar in het hooggebergte. Met hun smalle hoeven kunnen ze daar prima vluchten voor roofdieren. Die soort is door ons geïntroduceerd in het het landschap. Wolven zijn hier uit zichzelf gekomen.”