Binnenland

Speciaal onderwijs klaagt over inspectie

Het speciaal onderwijs is niet erg te spreken over de Inspectie van het Onderwijs. Dat blijkt uit een onderzoeksrapport van het SCO-Kohnstamm Instituut dat minister Van der Hoeven (Onderwijs) gisteren naar de Tweede Kamer stuurde.

Onderwijsredactie
4 January 2005 11:14Gewijzigd op 14 November 2020 02:04

De scholen voor leerlingen met een handicap, een leerstoornis of een gedragsprobleem vinden dat de inspectie te weinig oog heeft voor de specifieke problemen van verschillende groepen leerlingen. Daardoor kan een school te snel een negatieve beoordeling krijgen.

Volgens de scholen scheert de inspectie de verschillende typen speciaal onderwijs te veel over één kam en stelt ze zich te ambtelijk op.

De scholen zeggen zich vaak niet te herkennen in het oordeel van de inspectie, omdat deze niet genoeg luistert naar de scholen. Uitgangspunt van de nieuwe werkwijze van de inspectie was juist dat deze het toezicht zou toesnijden op de behoeften van een school.

Ook andere scholen met een heel eigen doelgroep vinden dat de inspectie te rigide haar eigen regels volgt en niet goed kijkt naar de eigen doelstellingen van de school, zo blijkt uit het onderzoeksrapport. Het gaat hier onder andere om scholen die nieuwe leervormen willen toepassen.

Het praktijkonderwijs vindt dat de normen van de inspectie voor hun scholen te hoog gegrepen zijn. Sommige scholen zeggen zelfs dat de hoge eisen die de inspectie stelt aan het rendement van een school hen kunnen dwingen leerlingen te gaan selecteren.

„Het hangt al te zeer samen met de persoon van de inspecteur”, zegt directeur C. H. van Breugel van de reformatorische school De Wijngaard in Barendrecht. „Het laatste grote onderzoek op onze school had een jaar of vier geleden plaats. Na afloop zat het personeel in een dip. Heel veel van wat er in de dagelijkse praktijk gebeurde, stond in die tijd nog niet op papier, en daar rekende de inspecteur ons op een negatieve manier op af. Hij had best goede ideeën, maar hij wist het niet over te brengen op een wijze waardoor het personeel er met frisse moed tegenaan ging. De praktijk is nu eenmaal wel eens weerbarstig, en de ene inspecteur gaat daarmee fijngevoeliger om dan de andere. Over onze huidige inspecteur zijn we heel positief. Die is betrokken, denkt mee, geeft ons de ruimte en geeft ons vertrouwen. Dat werkt veel productiever.”

Minister Van der Hoeven schrijft aan de Tweede Kamer dat de inspectie in haar oordeel wel degelijk rekening houdt met de specifieke problemen van leerlingen op een school. Maar de inspectie moet wel vasthouden aan de normen. Als een speciale school minder goed scoort op het criterium leeropbrengsten hoeft dat volgens de minister niet te betekenen dat de school niet goed is. Tenslotte zijn er meer punten waarop een school kan scoren.

De onderwijsinspectie betrekt de eigen evaluatie van scholen bij het toezicht. Van der Hoeven merkt op dat veel scholen nog te weinig met het in kaart brengen van de eigen prestaties bezig zijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer