„Diversiteit en inclusie” blijven mij inspireren, zei Duggal in een gesprek met de media. Ze wil in Nederland ook plaatsen bezoeken die haar voorgangers oversloegen. In de week die ze hier is, heeft ze het Mauritshuis bezocht en de Transvaalbuurt, een gemengde volkswijk in Den Haag.

„Ik voel het wanneer iemand over het hoofd wordt gezien. Ik voelde mij vele jaren niet gezien en genegeerd, gewoon niet serieus genomen. En als ik zo iemand ontmoet, wil ik ze laten merken dat ik ze begrijp en laten zien dat alles mogelijk is”, zegt de ambassadeur. „Dat is de Amerikaanse droom.”

Duggal omschrijft zichzelf als een „bruggenbouwer” en iemand die met iedereen overweg kan. Ze woonde hiervoor in Californië en werkte onder meer bij Human Rights Watch en was fondsenwerver voor de Democratische presidentskandidaten. Aan dat laatste heeft ze ook haar post te danken. Nederland „was mijn eerste keuze”.

De ambassadeur wil de banden met Nederland verdiepen op het gebied van veiligheid en de economie. Verder wil ze de „gedeelde waarden van democratie en mensenrechten bevorderen en verdedigen”. Ze wil zich ook inzetten voor de herdenking van de Holocaust. Daar heeft ze zich in de VS ook al mee beziggehouden als adviseur van het Holocaust Memorial Museum.

Ze is voorzichtig als het gaat om heikele kwesties. Het gas in Groningen is een interne kwestie waar ze zich niet mee bemoeit. Over een vraag over de staat van de Amerikaanse democratie wil ze kwijt dat het altijd beter kan. En over strengere Amerikaanse exportregels voor chiptechnologie en de gevolgen voor het Nederlandse bedrijf AMSL, zegt ze dat de regering-Biden hierover contact heeft opgenomen met Den Haag.