Bus en tram in het hele land vanaf 2023 een stuk duurder
Regionale vervoerders verhogen vanaf 2023 de prijzen van kaartjes voor tram en bus fors. Zowel Haagse vervoerder HTM en Rotterdamse stads- en streekvervoerder RET als Connexxion laten weten dat hun prijzen vanaf 1 januari met gemiddeld 7,24 procent omhooggaan. Oorzaak voor de hogere prijzen zijn onder meer de hogere energiekosten.
„Reizigers meer laten betalen voor het ov, is natuurlijk heel onwenselijk”, aldus een woordvoerder van Connexxion, die onder meer rijdt in Noord-Holland, Zuidoost-Brabant en rondom Arnhem en Nijmegen. „Maar om de kostenstijgingen op te vangen, is het nu onvermijdelijk. De brandstof- en energieprijzen zijn in 2022 zeer snel gestegen. De vervoerders zien zich daarom genoodzaakt om een grotere stap te zetten in het verhogen van de tarieven dan in voorgaande jaren. Maar door de hoge brandstof- en energieprijzen houden de ov-bedrijven hier geen extra winst aan over.”
Rondom Den Haag betalen reizigers vanaf volgend jaar 0,187 euro per kilometer, ten opzichte van 0,174 euro op dit moment. Verder stijgt ook het basistarief van 1,01 euro naar 1,08 euro. Het basistarief is het bedrag dat iedere reiziger aan het begin van de reis betaalt en is landelijk vastgesteld.
Wel dalen de kosten van een kinderkaartje in het Haagse ov van 1,50 euro naar 1,00 euro. Daarmee wil HTM (groot)ouders met (klein)kinderen stimuleren om tijdens een dagje uit de bus of de tram te pakken. In Rotterdam mogen kinderen tot 12 jaar en 65-plussers ook in 2023 gratis reizen in het ov.
De regionale vervoerders willen graag het btw-tarief verlagen van 9 naar 0 procent. Door de btw te schrappen blijft de bus en tram „betaalbaar en aantrekkelijk”, bepleiten reizigersvereniging Rover en brancheorganisatie voor ov-bedrijven OV-NL. Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), dat namens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzoek doet naar het afschaffen van de btw op ov-kaartjes, komt naar verwachting dit najaar met de uitkomst van het onderzoek.