Prop. Mulder: Ik had het er weleens moeilijk mee dat ik nooit een beroep kreeg
Hij voelde zich geroepen om predikant te worden, maar zijn weg liep anders. Na zijn studie theologie was proponent J. Mulder 32 jaar pastoraal werker in de hervormde gemeente in Nijkerk. Afgelopen maand nam hij afscheid.
Mulder woont met zijn vrouw in een vrijstaande woning uit 1923 in de buurtschap Holkerveen, ten zuidwesten van Nijkerk. Zittend aan de eettafel heeft hij zicht op de ruime tuin. Aan de wanden prijken foto’s van kinderen en kleinkinderen. In de boekenkast springen namen als Datheen en prof. G. Wisse in het oog, naast titels van Kohlbrugge, Karl Barth en Hugo Visscher.
Ooit woonde hier het hoofd van de naastgelegen School met de Bijbel. In 1992 ‘redde’ Mulder de school door met zijn vrouw en toen vijf kinderen hier te komen wonen. „De school werd met opheffing bedreigd. Er waren 56 leerlingen, terwijl de minimumnorm 60 was. Toen wij hier kwamen, gingen onze oudste drie meteen naar deze school. De daaropvolgende zou enige tijd later gaan. Daardoor mocht de school open blijven.”
Enkele jaren later moest deze alsnog de deuren sluiten. Het oude schoolgebouw staat er intussen nog steeds. „De ene helft is verbouwd tot woonhuis, in de andere helft wonen Polen.” Zelf ging Mulder er destijds vanuit dat hij tijdelijk in de woning van de hoofdonderwijzer zou wonen. „Ik verwachtte dat ik een beroep zou krijgen en predikant zou worden.” Geëmotioneerd: „Maar dat is nooit gebeurd.”
Landbouwschool
Mulder groeit op in een gezin dat woont op de grens van Lunteren en Barneveld en is aangesloten bij de hervormde gemeente in Barneveld. Hij bezoekt eerst de lagere en daarna de middelbare landbouwschool. Als hij vervolgens in Arnhem het avond-vwo volgt, ervaart hij de roeping om predikant te worden. „Ik las over een predikant die intrede had gedaan met een preek over 1 Korinthe 9:16. Dat vers eindigt met de woorden: „En wee mij, als ik het Evangelie niet verkondig!” Die nood werd mij opgelegd.”
Na de tweejarige vooropleiding Grieks en Latijn begint Mulder op 28-jarige leeftijd de studie theologie in Utrecht. In juni 1990 rondt hij deze af. De vicaris krijgt een aanstelling als pastoraal werker in de hervormde gemeente in Nijkerk. „Ik zag het als een opstapje naar het predikantschap.”
Kort nadat hij in Nijkerk is begonnen, zoekt een hervormde gemeente contact met hem met het oog op een mogelijk uit te brengen beroep. „Ik heb toen gezegd dat ik net beloofd had een jaar in Nijkerk te werken en dat ik die belofte niet wilde breken. Dat beroep ging toen niet door.”
Housemuziek
In de jaren die volgen, zet Mulder zijn werk in Nijkerk voort. „Ik gaf er ook catechisatie. In het seizoen 1992/1993 vroegen jongeren mij of ik een avond over popmuziek wilde verzorgen. Dat vond ik te algemeen. Ik spitste het toe op housemuziek, die op dat moment in opkomst was. Daar moest ik me goed in verdiepen, want ik wist er niets van. De catechisanten bleken er meer vanaf te weten dan ik.”
De catechisatielessen over housemuziek werkt Mulder uit tot een vierdelige artikelenserie in De Waarheidsvriend, het weekblad van de Gereformeerde Bond in de –toen nog– Nederlandse Hervormde Kerk. Vervolgens wordt hij geregeld gevraagd lezingen over het onderwerp te houden. Ook raakt hij betrokken bij evangelisatiewerk van de stichting Naar House, onder meer op de Maasvlakte in Rotterdam. „Daar kwamen wel 40.000 mensen naar een houseparty. Dit evenement –Mysteryland– was een wereld vol duisternis.”
Naast zijn werk in Nijkerk verleent Mulder in de loop der jaren bijstand in het pastoraat in andere hervormde gemeenten. Ook gaat hij jaarlijks voor in dertig tot veertig kerkdiensten. Maar een beroep blijft uit. „Daar heb ik het weleens moeilijk mee gehad. Toen ik een keer solliciteerde als gevangenispredikant, eindigde ik als tweede. Kennelijk is dit Gods weg. In de loop der jaren ben ik er wel achtergekomen dat veel predikanten het ook moeilijk hebben. Het gaat in de pastorie niet altijd van een leien dakje.”
Begrafenissen
In Nijkerk bestaat zijn werk jarenlang vooral uit ouderenpastoraat en het afleggen van bezoeken in ziekenhuizen. „Ik leerde de gemeente goed kennen, raakte ermee vertrouwd. Mensen vertelden me van alles, soms heel intieme dingen. Geregeld leidde ik begrafenissen, altijd in goed overleg met de wijkpredikant.”
Meer dan eens komt Mulder bij rand- en buitenkerkelijken. Hij herinnert zich de bezoeken aan een vrouw die niet kerkelijk meelevend was en kanker had. „Ik bezocht haar elke veertien dagen, las iets uit de Bijbel, zei iets over dat gedeelte en sloot af met gebed. Later bleek dat we allebei evenveel tegen deze bezoeken opzagen. Deze vrouw is uiteindelijk tot geloof gekomen.”
Dankbaar kijkt Mulder terug op de afscheidsreceptie op 9 september en de afscheidsdienst op 11 september in de Grote Kerk in Nijkerk. Hij ging in op de tekst waarmee hij ooit overtuigd raakte van zijn roeping –1 Korinthe 9:16– en gedeelten uit Exodus 3 en 4. „Ook Mozes werd door God geroepen, maar zijn weg liep heel anders dan hij zelf had gedacht.”
Evolutie
Sinds zijn afscheid heeft Mulder meer tijd om te werken aan zijn boek over schepping en evolutie. „Vanaf mijn jeugd had ik behalve voor de schepping van God veel belangstelling voor evolutie. Ik kon die twee nooit op één lijn krijgen. Later zag ik hoe het gedachtegoed van de evolutie volop aanwezig was in de wereld van housemuziek. Sinds 2017, toen ik een boek van prof. Gijsbert van den Brink over schepping en evolutie las, houd ik me intensief met dit thema bezig.”
Mulder wil twee of drie boeken, waarvan het eerste eind dit jaar bij drukkerij Torendruk in Nijkerk moet verschijnen, over schepping en evolutie uitbrengen. „In het eerste deel ga ik vooral in op Genesis 1 tot en met 6. Waarom ik dit thema zo belangrijk vind? Ik geloof dat we God kleineren als we er niet aan vasthouden dat hij de Schepper is. Ik ervaar het als een roeping van Hem om hiermee bezig te zijn.”