Rechter geeft justitie meer tijd om IS-vrouwen op te halen
Het kabinet krijgt drie maanden extra de tijd om twaalf ‘IS-vrouwen’ en hun kinderen naar Nederland te halen. De vrouwen worden verdacht van betrokkenheid bij terroristische misdrijven. De rechtbank in Rotterdam hield woensdag in een besloten zitting de beslissing op een verzoek van advocaten tot beëindiging van de strafzaken tegen de vrouwen aan tot 9 januari.
In mei bepaalde de rechtbank dat het Openbaar Ministerie de vrouwen, die in kampen in Syrië verblijven, binnen vier maanden moest repatriëren. Anders zouden de strafzaken tegen hen worden gestopt. De vrouwen hebben de Nederlandse nationaliteit en zouden willen terugkeren, met hun in totaal 29 kinderen.
Het kabinet kondigde eind juni aan dat het de uitreizigers „om straffeloosheid te voorkomen” wilde terughalen naar Nederland. Dinsdag schreef minister van Justitie Dilan Yeşilgöz aan de Tweede Kamer dat het niet gelukt was binnen de termijn die de rechtbank had gesteld. Ze benadrukte wel dat het nog altijd de bedoeling is om ze voor de rechter te brengen.
Het terugbrengen van de twaalf vrouwen en hun kinderen zou de grootste terughaalactie tot nu toe zijn. Voor zover bekend zitten er nu nog zo’n 35 Nederlandse volwassenen in kampen en 60 kinderen. Daarnaast zitten er volgens het ministerie nog ongeveer 70 volwassenen en 125 kinderen elders in Syrië en Turkije.