Het gaat om een „langzaam stijgende trend, passend bij de tijd van het jaar”. Het aantal mensen dat zich meldt met klachten is nog veel te laag om van een epidemie te spreken. Het instituut baseert zich op gegevens van huisartsenpraktijken.

Niet iedereen die klachten heeft die op griep lijken, heeft het virus ook daadwerkelijk. Om te bepalen wat mensen onder de leden hebben, nemen huisartsen monsters af bij mensen die zich melden met griepachtige klachten of met een andere infectie aan de luchtwegen. Vorige week werden zestig monsters afgenomen.

Een deel van de patiënten bleek besmet met corona, maar vooral het rhinovirus werd aangetroffen. Dat virus kan een verkoudheid veroorzaken. Ook onder meer het influenzavirus (griepvirus) en het RS-virus gaan rond. Bij zo’n 40 procent van de mensen werd overigens geen virus gevonden.