Het Openbaar Ministerie zag eerder nog onvoldoende bewijs voor een geplande moord. Voor doodslag op de moeder van een 13-jarige zoon en 3-jarig meisje, die beide getuige waren van de steekpartij, eiste de officier van justitie 12 jaar cel en tbs met dwangverpleging.

„Een gruwelijke moord in het bijzijn van haar beide kinderen”, noemden de rechters het misdrijf. „Ze is gestoken in het gezicht, hoofd en hals. Het slachtoffer heeft tevergeefs geprobeerd te ontkomen en daarbij nog de naam van haar zoon geroepen. Het is nauwelijks voor te stellen hoe haar laatste minuten moeten zijn geweest.”

De getuigenverklaring van het zoontje was voor de rechtbank doorslaggevend om te spreken van moord, met een hogere straf tot gevolg. De jongen had de politie verteld dat hij die avond afkwam op een ruzie tussen zijn moeder en stiefvader met wie Shella de relatie kort ervoor had verbroken. Hij hoorde zijn moeder gillen, gevolgd door een harde klap.

Volgens de jongen zag hij Van der K. in de keuken op zijn moeder zitten. Die stak in op het slachtoffer met een mes dat hij vlak ervoor van het aanrecht had gepakt. Shella kon niet wegkomen en riep om hulp en haar zoontje. Die probeerde tevergeefs Van der K. van zijn moeder te trekken.

„Daarop stopte Van der K. met steken, wees naar de jongen en zei: ‘Niet doen, ga weg en rustig’.” Volgens de rechters een cruciaal moment. „In de momenten na die onderbreking had verdachte voldoende tijd om zich te beraden op het genomen of te nemen besluit. Een relatief kort moment, maar hij was helder genoeg om zijn stiefzoon aan te spreken. Daarna besloot hij door te gaan met steken.”

Van der K. moet het zoontje 85.100 euro betalen, waaronder 60.000 euro voor shockschade. Het dochtertje krijgt 94.280 euro en de moeder van Shella 29.831 euro.

Laatstgenoemde hoorde het vonnis in tranen aan. Na bekendmaking van de veroordeling voor moord riepen nabestaanden op de tribune „yes!”.