Griffier Kamercommissie corona: Werken met Arib geen probleem
De ambtenaren die de tijdelijke commissie corona ondersteunen, hebben geen moeite met (inmiddels voormalig) voorzitter Khadija Arib. Dat heeft de griffier van de tijdelijke commissie vrijdag in een mail laten weten aan de leden van de tijdelijke commissie, meldt HP/De Tijd. De griffier wil het ANP niet te woord staan.
Naar Arib wordt een extern onderzoek gestart, zo lekte donderdag via NRC uit. Het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer, het presidium, heeft daartoe op advies van de landsadvocaat en mede op basis van twee anonieme brieven besloten. Er zou sprake zijn van „machtsmisbruik”, „een schrikbewind” en een „onveilige werkomgeving” door Arib, Kamervoorzitter van 2016 tot 2021.
In de mail van de griffier - die HP/De Tijd online heeft gezet - verwerpt de griffier het beeld dat het niet zou boteren tussen de commissievoorzitter en de ambtenaren, zoals een verslaggever in Op1 volgens hem eind vorige week had geschetst. „Als staf herkennen wij ons niet in dit beeld. We werkten al op een professionele manier samen met de hele commissie, óók met de voorzitter, en zien geen belemmeringen om dat te blijven doen”, zo staat in de mail.
Zaterdag maakte Arib bekend de politiek te verlaten, onder meer vanwege de ‘anonieme dolkstoten’. Er is volgens haar sprake van een politieke afrekening.
De tweede (en laatste) anonieme brief waarin beklag over Arib wordt gedaan, dateert van eind juli. „De directe aanleiding voor het schrijven van de tweede brief is (…) de benoeming van mevrouw Arib tot voorzitter van de Tijdelijke commissie corona”, schrijft het presidium maandag aan de Kamer. Mogelijk moet de staf van die tijdelijke commissie in een „onveilige en belastende werkomgeving opereren”, zo zou uit die brief blijken, aldus het presidium. Arib werd op 7 juli benoemd tot voorzitter van die commissie, die voorbereidingen moet treffen voor de parlementaire enquête naar het verloop van de coronacrisis in Nederland.
Kamervoorzitter Vera Bergkamp stelt in een reactie dat het onderzoek naar Arib niet is ingesteld „vanwege actuele signalen” vanuit de tijdelijke commissie, zoals in haar ogen uit het artikel van HP/De Tijd blijkt. Ze verwijst naar de brief die het presidium maandag naar de Kamer heeft gestuurd, waarin staat dat naar aanleiding van twee anonieme brieven besloten is tot extern onderzoek.