Flexibeler mbo moet leerlingen en werkgevers helpen
Jongeren die via het mbo voor een vak in de metaal- en technologische sector willen leren, hoeven binnenkort niet meer al op hun 16e heel exact te weten of ze bijvoorbeeld lasser willen worden. Er komen drie terreinen waarvoor ze een breder geldend diploma kunnen halen: productietechniek, mechatronica en engineering.
Het plan wordt gemeld door ondernemersorganisatie FME en bevestigd door de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. Genoemde drie terreinen komen met ingang van 1 augustus volgend jaar in plaats van de dertig kwalificaties die het mbo nu voor dergelijk werk heeft. Niet alleen de leerlingen hebben er volgens de FME baat bij, maar zeker ook het bedrijfsleven.
De jongeren krijgen bredere vaardigheden aangeleerd, zodat zij op meer plekken aan de slag kunnen. Er komt bijvoorbeeld ook meer oog voor digitale en andere actuele vaardigheden, waar werkenden niet meer buiten kunnen. De opleidingen worden wat specifieke eisen betreft minder dichtgetimmerd en kunnen makkelijker worden aangepast aan de veranderende vraag. Dit is ideaal voor het bedrijfsleven, dat naar goede krachten snakt.
„Deze herziening was hard nodig om het hoofd te bieden aan het enorme arbeidstekort in de maakindustrie. De opleidingen binnen het mbo worden door de nieuwe structuur voor studenten een stuk aantrekkelijker”, zegt de FME.
De nieuwe aanpak is het gevolg van een samenwerking met de Koninklijke Metaalunie, de MBO Raad, de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, de zogenoemde topsector Hightech Systemen en Materialen (HTSM) en de scholen in kwestie. Er is vier jaar over overlegd.
Jelmer Becker, voorzitter bij Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs JOB MBO, is „op zich niet tegen”, maar hoopt wel dat de leerlingen gebruik kunnen maken van maatwerk en genoeg begeleiding krijgen, zodat ze „niet verdwalen in een te brede opleiding.”