OM: dementerende man (82) niet naar cel voor doden vrouw
Het Openbaar Ministerie wil dat een 82-jarige man die eind vorig jaar zijn vrouw doodde in hun woning aan de Lozerlaan in Den Haag niet in de cel terechtkomt. Aan de rechtbank is maandag gevraagd de man te ontslaan van rechtsvervolging, omdat hij de ziekte van Alzheimer heeft en hij daardoor niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor doodslag. „De zaak is een heel droevige en kent alleen maar verliezers”, aldus de officier van justitie, die vindt dat de man opgenomen moet worden.
Johan D. dacht dat zijn vrouw vreemdging en dat zijn zoon, en daarmee ook zijn kleinkind, biologisch gezien niet van hem waren. „Ik wilde al zo lang praten met haar erover”, legde D. uit aan de rechters. „Maar dat wilde ze nooit.”
Buren en vrienden van het paar merkten al een tijdje het vreemde gedrag van D. op. Zo vertelde een buur dat de man aan de deur stond en een warrig verhaal vertelde en ook een keer naar binnen staarde. Op 28 december 2021 kreeg de man weer ruzie met zijn vrouw. Het leidde ertoe dat hij haar wurgde en met een koevoet op haar hoofd sloeg. Uitgerukte hulpdiensten konden niets meer voor haar doen.
Deskundigen bij het Pieter Baan Centrum (PBC) ontdekten dat de man de ziekte van Alzheimer en een paranoïde waanstoornis heeft, en dat daarnaast ook zijn empathisch vermogen is aangetast.
In de portemonnee van de man werden briefjes aangetroffen met hierop zijn eigen naam en adres, de namen van familieleden en geboortedata. Ook vertelde hij maandag in de rechtbank dat hij eerder een soort kerstman met een coronaprik zag. Deskundigen vinden dat de man in een zorginstelling geplaatst moet worden, op een afdeling voor mensen met Alzheimer. Omdat er eerder tekenen bij D. waren dat hij niet blij zou zijn met een opname, vroeg het OM om een rechterlijke machtiging om D. onvrijwillig op te nemen als dat nodig zou blijken. Deze machtiging is maandag door de rechters verleend.
„Ik vind het jammer dat het zo gelopen is. Ik weet het verder ook niet”, zei de man tegen het einde van de zitting. De rechtbank doet op 17 oktober uitspraak.