RvS: wet die strafbaarheid spionage uitbreidt moet duidelijker
De wet die meer vormen van spionage strafbaar stelt, moet duidelijker worden uitgelegd, vindt de Raad van State. De wetswijziging moet ervoor zorgen dat „handelingen ten behoeve van een buitenlandse mogendheid” strafbaar worden, maar wat daar precies onder valt is volgens de belangrijke adviseur onduidelijk.
„Deze term kan allerlei handelingen omvatten, zoals het verspreiden van desinformatie, het beïnvloeden van besluitvorming en het intimideren van bevolkingsgroepen”, aldus de Raad van State. Voor zowel de rechtszekerheid als goede handhaving van de wet, moeten de handelingen juist „zo nauwkeurig mogelijk” worden afgebakend.
Justitieminister Dilan Yeşilgöz, die het wetsvoorstel in juli naar de Raad van State stuurde, moet wat de Raad betreft „expliciet omschrijven” wat strafbaar wordt gesteld.
Klassieke vormen van spionage, waarbij staats- en bedrijfsgeheimen worden geschonden, zijn al strafbaar volgens de oude wet. Maar nieuwe vormen van spionage voor buitenlandse machten worden nog niet in de wet genoemd. Als voorbeelden noemt Yeşilgöz „het ophalen en bezorgen van pakketjes, het volgen van personen en het verspreiden van informatie”.
De Raad van State merkt op dat het strafrecht al een aantal bepalingen kent „die kunnen worden ingezet om op te treden tegen spionageactiviteiten”. De bewindsvrouw moet volgens de Raad dan ook uitleggen wat precies de toegevoegde waarde is van de nieuwe strafbaarstelling.
Het advies van de Raad ligt nu ook bij het ministerie van Justitie. Dat bekijkt de aanbevelingen en zal de wet later, mogelijk gewijzigd, naar de Tweede Kamer sturen.