Kabinet steekt nog eens 150 miljoen euro extra in mbo
Het kabinet gaat jaarlijks 350 miljoen euro extra uitgeven aan het mbo, 150 miljoen euro meer dan eerder was aangekondigd. Hiermee moet vooral de kansengelijkheid worden vergroot, de aansluiting op de arbeidsmarkt en de kwaliteit worden verbeterd en innovatie aangejaagd. Verder bevat de miljoenennota weinig verrassingen op onderwijsgebied: er worden zoals eerder aangekondigd miljarden euro geïnvesteerd in onderwijs en wetenschap.
Uit de nieuwe begroting valt ook op te maken dat studenten inderdaad tijdelijk per maand 165 euro extra basisbeurs krijgen uitbetaald in het collegejaar 2023/2024. Deze eenmalige verhoging kost het kabinet 500 miljoen euro en heeft als doel de koopkracht te herstellen van studenten in het mbo, hbo en op universiteiten die op zichzelf wonen. Ze krijgen het extra bedrag bovenop de beurs die ze dan al krijgen van circa 280 euro, aangezien de basisbeurs opnieuw wordt ingevoerd in het hoger onderwijs.
Verder steekt het kabinet zoals eerder aangekondigd de komende jaren miljarden in onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Zo wordt er 500 miljoen euro per jaar uitgegeven om studenten en jonge onderzoekers op te leiden en meer mogelijkheid te geven zich te ontwikkelen. Uitgesmeerd over tien jaar steekt het kabinet 5 miljard euro extra in hoger onderwijs en wetenschap, via het wetenschapsfonds.
In het basisonderwijs en voortgezet onderwijs wordt de komende jaren het meest geïnvesteerd. Zo wordt 1 miljard euro per jaar uitgegeven om de basisvaardigheden van kinderen te verbeteren, zoals lezen, schrijven en rekenen. Ook geeft het kabinet jaarlijks 919 miljoen euro extra uit om leraren en ondersteunend personeel in het basisonderwijs net zoveel te laten verdienen als hun collega’s in het voortgezet onderwijs. Daarnaast spendeert het kabinet jaarlijks 300 miljoen euro om de werkdruk in het voortgezet onderwijs te verlagen en 128 miljoen euro om leraren en schoolleiders bij te scholen.
Het kabinet besteedt de komende jaren in totaal 1 miljard euro aan het bevorderen van kansengelijkheid van kinderen. In 2023 gaat het hierbij om 270 miljoen euro.