Volgens Rolsma doet Van Boxtel met zijn uitspraken afbreuk aan zijn eigen beleid als minister. De hindoescholen hanteren geen maximumpercentage bij het aannemen van leerlingen en hebben vijftien jaar ervaring in het onderwijs op levensbeschouwelijke grondslag, meldt de coördinator. „De scholen zijn vrij toegankelijk voor leerlingen van iedere religie, mits ze de religieuze opvattingen van het hindoeïsme respecteren.”

De hindoescholen scoren volgens Rolsma goede resultaten in het vervolgonderwijs en het aantal leerlingen dat uitvalt, is laag. „We hebben de indruk dat onze scholen juist de segregatie tegengaan en de leerlingen leren met respect om te gaan met en begrip te hebben voor andere culturen. Een schoolvoorbeeld van integratie”, zegt de Nederlandse schoolleider, die zelf overigens geen hindoe is.

Rolsma: „De minister is door zijn uitspraken als kandidaat-kamerlid van D66 niet meer aanspreekbaar op zijn ministeriële verantwoordelijkheid. Op wie moeten we nu bouwen?”

Volgens de coördinator is de door Van Boxtel gewenste scheiding van kerk en staat in de praktijk niet haalbaar. Bestuursvoorzitter Ramnath van de SHO vult aan: „Als Van Boxtel een scheiding van kerk en staat wil, dan moet hij dat niet alleen willen in het onderwijs, maar bijvoorbeeld ook in ziekenhuizen. Van Boxtel moet eerst aantonen dat de regering dat aankan.”

De SHO zal deze week een notitie sturen naar de minister en naar het kabinet met de argumenten waarom de hindoescholen niet moeten worden afgeschaft. De SHO is de grootste organisatie van scholen op hindoeïstische grondslag in Nederland. De stichting heeft drie scholen: in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam.