Het kerkje van de gg Oude-Tonge bleef gespaard
De gereformeerde gemeente (gg) in Oude-Tonge bestaat woensdag 75 jaar. Ouderling D. A. van der Sluijs, scriba van de gemeente: „We hebben vaak een gastpredikant en het Woord legt beslag in onze gemeente. De Heere voorziet.”
Het witte kerkje aan de Julianastraat valt meteen op. Het staat midden tussen de houten woningen in Zweedse stijl, een herinnering aan de Watersnoodramp.
Het ontstaan van de gemeente vindt zijn oorsprong in een leesgezelschap dat rond 1940 bij elkaar kwam. Ds. L. Boone en ds. W. Baaij kwamen regelmatig preken en anders las Cornelis Fris een preek van een oudvader. Ouderling Van der Sluijs: „Deze groep is uitgegroeid tot een gemeente. In december 1946 vond de eerste ledenvergadering plaats. Op 14 september 1947 werden drie ambtsdragers bevestigd en is de gemeente geïnstitueerd door ds. J. B. Bel.”
Vloedgolf
De gemeente zoekt dan naarstig naar een kerkgebouw. In 1950 wordt op de ledenvergadering gemeld dat „de mogelijkheid voor een eigen kerkruimte misschien nader bijgekomen is. Daar de mogelijkheid bestaat het huis, schuur en erf staande aan de Julianastraat en bewoond door den Heer A van Zanten, te kopen van de Eigenaresse Mej. De Wed. H Oostdijk.”
Diaken Groenendijk gaat naar het gemeentehuis om over de verbouwplannen van de schuur te praten. Op het gemeentehuis krijgt hij te horen: „Wie gaat er nu een kerk bouwen tussen varkenskotten en volkstuintjes?” Groenendijk reageert: „Het kon weleens zijn dat alles rond de schuur zal verdwijnen, maar de kerk zal blijven staan.”
Nog geen drie jaar later vindt de Watersnoodramp plaats. De vloedgolf die vanaf Nieuwe-Tonge door Oude-Tonge raast, richt in de omgeving van de kerk een enorme verwoesting aan. Het kerkgebouw blijft wonderlijk gespaard.
Ouderling Van der Sluijs: „De ramp is hier een gegeven, je kunt er niet omheen. Ouderen spreken nog steeds over de tijd van voor of na de ramp. Ieder jaar, op de eerste zondag van februari, schenkt de predikant of de ouderling die een preek leest er aandacht aan. Op de scholen is het ook nog steeds een thema waar les over gegeven wordt.”
Nuchter
Het ledenaantal van de gereformeerde gemeente ligt al jaren rond de vijftig leden. Zo’n twintig jaar geleden was dat nog het dubbele. Koster C. J. van der Sluijs: „Rond het jaar 2000 was de gemeente op haar grootst en waren er veel jongeren in de gemeente. De jeugd is helaas weggetrokken, kregen buiten het dorp verkering en hebben zich elders gevestigd. Ongetwijfeld heeft hierin het missen van een behoudende basisschool meegespeeld, ook werkgelegenheid en woonruimte speelden destijds mee. De jongeren trekken weg en de ouderen vallen weg.”
Een mannenvereniging is nooit aan de orde geweest, maar vele jaren was er wel een vrouwenvereniging die goed bezocht werd. Sinds enkele jaren is deze gestopt wegens teruglopende belangstelling. De jeugdvereniging wordt samen met de gemeente van Ooltgensplaat gehouden. Momenteel zitten er drie jongeren op catechisatie en ontvangen de kinderen in de basisschoolleeftijd Bijbels onderwijs dat door een gemeentelid gegeven wordt.
Beroepen doet de gemeente niet. Ouderling Van der Sluijs: „Daar moet je ook nuchter in zijn. We hebben een kleine gemeente en kunnen het niet opbrengen om een predikant te onderhouden.”
Ooit werd er een beroep uitgebracht. Het eerste en enige beroep bracht de gemeente in 1949 uit op kand. J. W. Kersten, nadat er breedvoerig over was gesproken. De beoogd predikant zou dertien vrije zondagen krijgen en op de andere zondagen werd hij geacht tweemaal voor te gaan. Op feestdagen eenmaal, uitgezonderd eerste kerstdag. Kandidaat Kersten bedankte voor het beroep.
Beslag
In het kerkgebouw domineren de lichte kleuren. De banken, de muren, alles is in een lichte kleurstelling geschilderd. Koster Van der Sluijs, ruim vijftig jaar in functie: „Vroeger was dat donkerder, maar een paar jaar geleden is alles licht gemaakt.” Ouderling Van der Sluijs staat peinzend voor in de kerk. „Tijdens de lockdown hebben we hier wel gezeten met drie personen. De predikant, indien aanwezig, en de beide ouderlingen, met de organist. De gemeente luisterde online mee. En toch was het goed om hier te zijn, het Woord mocht doorgaan. Het is een wonder dat we er nog zijn als gemeente. Door de offervaardigheid zijn er geen financiële zorgen. We hebben vier ambtsdragers, terwijl er in het verleden wel periodes geweest zijn met slechts een ouderling. Daarbij hebben we vaak een gastpredikant en het Woord legt beslag in de gemeente. De Heere voorziet.”