Menselijke resten gevonden in zoektocht vermiste Sumanta Bansi
Op een bedrijventerrein in Hoorn zijn dinsdag menselijke resten gevonden, in het onderzoek naar de vermissing van de studente Sumanta Bansi. Het Openbaar Ministerie heeft berichtgeving van De Telegraaf hierover bevestigd. De zoektocht is in gang gezet na een verhoor door de recherche van de man die in juli is veroordeeld voor de moord op de 22-jarige Bansi, Manodj B.
De zoektocht wordt gehouden aan de rand van het bedrijventerrein genaamd Hoorn 80. Naast dat terrein ligt een waterloop. Het gebied is afgezet en er zijn blauwe schermen geplaatst. Mensen in witte pakken zoeken het terrein af.
B. (42) kreeg vijftien jaar cel opgelegd voor het doden van de vrouw, conform de eis van het OM. Bansi verdween in februari 2018 en is sindsdien spoorloos. Ten tijde van haar verdwijning was de studente biomedische wetenschappen in verwachting van B., bij wiens gezin zij na haar overkomst vanuit Suriname inwoonde. De politie heeft de afgelopen jaren al ettelijke malen gezocht naar de stoffelijke resten van de vrouw, telkens zonder resultaat.
Volgens een woordvoerder van het OM moet nader onderzoek uitwijzen of de gevonden menselijke resten van slachtoffer Bansi zijn. „De politie is op dit moment nog volop bezig met het onderzoek.” In het belang daarvan doet justitie voorlopig geen nadere mededelingen.
Na zijn veroordeling tekende B. hoger beroep aan. Hij had tot die tijd ontkend de hand te hebben gehad in de dood van de jonge vrouw. Ook zijn vader is verdacht geweest van betrokkenheid, maar de rechtbank sprak hem vrij, op aangeven van het OM.
De rechtbank redeneerde destijds dat het niet anders kon dan dat Manodj B. de studente met geweld om het leven heeft gebracht. Hij was de laatste die haar in leven had gezien. Aanwijzingen dat zij zou zijn overleden door een ongeval of zelfdoding waren er niet. Ook een natuurlijke dood leek uitgesloten, evenals een vrijwillige verdwijning. Volgens de rechtbank heeft B. totaal niet willen meewerken aan het onderzoek.
Voor het bewijs gebruikte de rechtbank onder meer zeer belastende opnamen van B., waarin hij onder meer zegt dat hij Bansi heeft vermoord, „gewoon, zo door het hart”. Ruim een week nadat hij haar om het leven had gebracht, stapte hij naar de politie om aan te geven dat ze niet was teruggekeerd van vakantie en dat hij haar wilde laten uitschrijven.
In het vonnis woog de rechtbank mee dat B. ongeruste familieleden van het slachtoffer lang voor de gek heeft gehouden, waardoor de moeder van Bansi zich pas in november 2018 bij de politie meldde.