Vaste containervaart moet veel achterlaten
Wat waterstanden betreft verliep het varen aardig ontspannen deze week. We voeren vanaf woensdag op een iets hogere Rijn richting Frankfurt, dankzij de eerdere regenval in het zuiden.
De Pegel van Kaub –een belangrijke peilschaal bij de Loreley– stond bij het passeren zo’n 80 centimeter hoger dan vorige week, en ons schip lag 30 centimeter dieper. Er was dus ruimte genoeg. De weersvoorspellingen geven wel een nieuwe daling op. We hopen dat het niet zover komt dat de peilstand weer op 40 centimeter staat. Dan wordt het krap.
De Rijn is daar dan trouwens niet maar 0,4 meter diep, zoals weleens in nieuwsberichten lijkt. In Nederland rekenen we vanaf het zeeniveau –het NAP– maar in Duitsland en Zwitserland ligt de rivierbedding veel hoger. Daar werken ze met pegels op allerlei punten stroomafwaarts, zoals in Basel, Kaub en Duisburg. Elke pegel heeft zijn eigen nulpunt; van daaruit berekenen we de maximale diepgang. Bij de Pegel van Kaub moeten we 1 meter optellen. Als die pegel op 40 centimeter staat, kan ons schip daar dus met maximaal 1,40 meter diepgang overheen. Met op zijn laagst nog zo’n 30 centimeter water eronder.
Donderdag hebben we bij een kolencentrale bij Frankfurt gelost. We hebben dag en nacht doorgevaren om op tijd aan te komen. We hadden zo krap gepland, omdat onze dochter maandag weer naar school moest. Dan wilden we dichter bij huis zijn. Zo lopen bij een schipper werk en privé door elkaar.
Op de terugweg hebben we op drie plaatsen containers voor Rotterdam meegenomen, in plaats van droge lading. In een laagwaterperiode zijn er vaak meer containers te vervoeren, omdat de vaste containerschepen veel moeten achterlaten. De hele grote kunnen met deze waterstanden nu vaak zelfs niet meer richting Zuid-Duitsland.
Vrijdagmiddag voeren we weg van onze laatste laadplaats. In de afvaart, dus omlaag naar Nederland. Ons stuurhuis moest omhoog, om over de containers heen te kunnen kijken. Hierdoor konden we de binnendoorgang naar de woning niet meer gebruiken. Dat vinden we hier allemaal ongezellig.
Zaterdagavond meerden we af in Tiel. Onze zondagsrust levert gelukkig eigenlijk nooit problemen op.
Maandag losten we op de Maasvlakte. We moesten hier twee terminals aandoen. Ze werkten allebei goed volgens planning, dus het lossen ging snel. Nu hebben we dinsdag weer kolen geladen voor Frankfurt, we gaan de tocht nog eens wagen. Volgens de vooruitzichten kon er 1200 ton mee. Weer iets meer dan de vorige reis.
Maar nu varen we op een dalende waterlijn, dus we moeten weer sterk op de Pegel van Kaub letten. De huidige waterstand bij Nijmegen en Duisburg vormt geen probleem. We hoeven pas komende dinsdag in Frankfurt te lossen. Dit weekeinde zijn we namelijk graag bij onze dochter, thuis in Werkendam.
De ervaringen van binnenvaartschipper Arie Verheij opgetekend door Dick den Braber.