Kabinet: dit jaar zeker 15.300 statushouders naar woning
Het kabinet heeft besloten om nog dit jaar minimaal 15.300 statushouders in een min of meer normale woning onder te brengen. Geprobeerd wordt om zelfs 20.000 mensen onderdak te bieden. Dat staat in een brief die staatssecretaris Eric van der Burg aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Om dat voor elkaar te krijgen, zal de komende maanden naar verwachting bijna een op de acht sociale huurwoningen die vrijkomen toegekend worden aan statushouders.
Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge probeert meer vaart te maken met de bouw van flexwoningen, zo staat in de brief die mede namens hem is gestuurd. Tot en met 2024 wil hij 37.500 woningen bouwen, waarvan er naar schatting ruim 12.000 naar statushouders gaan. Nu zijn die woningen er nog niet. Dat is de reden dat mensen voorlopig vooral ondergebracht worden in sociale huurwoningen.
Normaal gesproken wordt ongeveer 5 tot 10 procent van de sociale huurwoningen toegekend aan asielzoekers die in Nederland mogen blijven. Van der Burg en De Jonge schatten dat dit cijfer voor dit jaar op 12 procent uitkomt, maar dit zal verschillen per gemeente.
Het kabinet hoopt dat in de eerste helft van 2023 de percentages weer op het oude niveau terechtkomen. Het is de bedoeling dat het percentage later nog verder daalt, mits het daadwerkelijk lukt om een groter deel van de mensen onder te brengen in flexwoningen. De rest van de flexwoningen (ongeveer twee derde) is bedoeld voor andere woningzoekenden, onder wie spoedzoekers zoals gescheiden mensen, en starters.
Van de ruim 40.000 mensen in de asielopvang hebben zo’n 16.000 mensen een status gekregen. Dat wil zeggen dat ze de procedure hebben doorlopen en dat is vastgesteld dat ze in Nederland mogen blijven. De verwachting is dat er volgend jaar meer statushouders een woning moeten krijgen dan dit jaar: 20.400 tot 23.900, schat het kabinet.