Grootste tsunami’s sinds 1883
Vele duizenden mensen zijn gisteren in de landen rond de Indische Oceaan om het leven gekomen als gevolg van hoge vloedgolven die werden veroorzaakt door een aardbeving. Een overzicht van de omvangrijkste tsunami’s sinds 1883.
26 december 2004: na een aardbeving met een magnitude van 9,0 voor de kust van Sumatra eist een vloedgolf meer dan 23.000 levens. De meeste doden vallen in Indonesië, Sri Lanka, India, Thailand en Maleisië, maar zelfs in het 4500 kilometer van het epicentrum gelegen Somalië komen mensen om.
17 juli 1998: aan de noordoostkust van Papoea-Nieuw-Guinea verdrinken 2000 mensen door een vloedgolf die volgt op een aardbeving.
16 augustus 1976: een tsunami in de Golf van Moro eist in de Filipijnen meer dan 5000 levens.
28 maart 1964: een aardbeving in Alaska veroorzaakt een tsunami, die in Alaska 107, in Oregon 4 en in Californië 11 mensen het leven kost.
22 mei 1960: een 11 meter hoge golf in de Stille Oceaan eist in Chili 1000 levens, op Hawaï nog eens 61.
1 april 1946: voor Alaska ontstaat na een beving een vloedgolf die de vijfkoppige bemanning van een vuurtoren doodt. Uren later bereikt de vloedgolf Hawaï, waar 159 mensen sterven.
31 januari 1906: de kust van Colombia en Ecuador wordt overspoeld door een vloedgolf. Het aantal doden bedraagt tussen de 500 en de 1000.
15 juni 1896: de zogenaamde Sanriku-tsunami, een muur van water van 23 meter hoog, verrast Japan tijdens een religieus feest: 26.000 doden.
27 augustus 1883: door de uitbarsting van de vulkaan Krakatau in Indonesië ontstaat een vloedgolf die op Java en Sumatra in totaal 36.000 levens eist.