De handgranaat vloog door de voordeur van de woning van de vriendin van K. Haar 21-jarige dochter en een 24-jarige man, die in het huis aanwezig waren, kwamen om het leven. Drie anderen raakten gewond.

Volgens officier van justitie W. Gerretschen is K. schuldig aan dubbele moord en driemaal poging tot moord. K. beweert echter dat hij niet van plan was iemand te doden. Hij gooide de granaat naar eigen zeggen uit zelfverdediging. Ook beweert K. dat hij dacht, dat het een namaakgranaat was.

K. had de granaat in handen gekregen via zijn zoontje. Het kind speelde er soms mee. Nadat K. enkele malen door een aantal mensen was bedreigd, nam hij het explosief geregeld mee.

K. vertelde de rechtbank dat hij op de dag, waarop hij de granaat de woning binnengooide, veel drugs en medicijnen had gebruikt. Toen hij bij zijn vriendin was, kwamen drie mannen haar woning binnen. Volgens K. bedreigen en sloegen zij hem. Om te ontkomen rende K. door de voordeur naar buiten, achtervolgd door de mannen. ”In een reflex heb ik toen de handgranaat gegooid om weg te komen”, zo verklaarde hij.

Deskundigen van het Pieter Baan Centrum in Utrecht achten de man enigszins verminderd toerekeningsvatbaar. Volgens hen heeft de man een kwetsbaar zelfbeeld, waardoor hij vlucht in drugs.

Volgens zijn advocaat J. Brand zijn in de rapportage van het Pieter Baan Centrum aanknopingspunten, die erop wijzen dat zijn cliënt uit angst heeft gehandeld. Op verzoek van de verdediger heeft de rechtbank de strafzaak aangehouden tot 26 juni om nog een aantal getuigen te horen.