Verdachte overval waardetransport Amsterdam zwijgt over DNA-spoor
De 36-jarige Fatih A., een van de verdachten in het onderzoek naar de gewelddadige overval op een waardetransport in Amsterdam-Noord op 19 mei vorig jaar, wil nog geen verklaring geven hoe zijn DNA is terechtgekomen op een pistool dat bij een van zijn medeverdachten is gevonden. A. verscheen woensdag bij de rechtbank Amsterdam op een eerste inleidende zitting in zijn strafzaak. Eerder deze maand wilde hij tijdens een politieverhoor geen opheldering geven over het voor hem zeer belastende spoor. Ook bij de rechtbank verklaarde hij niets.
A., afkomstig uit het Franse Lille, werd in april aangehouden. Volgens het Openbaar Ministerie was de man toen gewoon weer aan het werk als pakketbezorger.
Tijdens de overval bij het destijds aan de Meeuwenlaan gevestigde Schöne Edelmetaal drong een groep gewapende mannen het bedrijf met zware wapens binnen, bond een aantal medewerkers vast en ging er in snelle auto’s met een miljoenenbuit vandoor. Een wilde achtervolging door de massaal uitgerukte politie eindigde in Broek in Waterland, een dorp boven Amsterdam. In een weiland schoot de politie een 47-jarige bij de overval betrokken Fransman dood en arresteerde zes anderen. Van de totale buit van circa 14,5 miljoen aan edelmetalen is nog steeds circa 4 miljoen zoek.
In het daaropvolgende onderzoek zijn in België en Frankrijk meerdere verdachten aangehouden, onder wie A. Twee verdachten zijn nog voortvluchtig. Volgens het OM heeft A. voor een van hen vliegtickets geregeld, zodat hij kon vluchten. Justitie heeft het onderzoek inmiddels opgesplitst in twee groepen verdachten. Het inhoudelijke, meerdaagse proces tegen de eerste groep begint 31 oktober.
A. zit in de tweede groep. De rechtbank bepaalde dat hij voorlopig vast blijft zitten. A. betwist de beschuldigingen. Een zwaarwegend onderdeel daarvan is het gericht schieten op politiemensen tijdens de achtervolging. Een aantal betrokken politiemensen heeft een posttraumatische stressstoornis (PTSS) opgelopen en zit nog steeds thuis, zei de officier van justitie woensdag.
Volgens A.’s advocaat Guy Weski is A. in het dossier geïdentificeerd als een van de verdachten die niet naar Broek in Waterland zijn gevlucht maar een andere route hebben genomen. Daardoor kan A. volgens de raadsman hoe dan ook niet voor het schieten verantwoordelijk worden gehouden. Weski twijfelt bovendien aan de juistheid van de herkenning van zijn cliënt, waarvoor de Franse politie een softwareprogramma heeft ingezet. De rechtbank vindt dat de vragen van de raadsman over deze methode beantwoord moeten worden.
De volgende zitting in de zaak tegen A. is op 28 oktober.