De advocaat van Jonathan R. zegt dat zijn cliënt meer gebaat is bij een hulpverleningstraject en een deels voorwaardelijke straf. Daarvoor is een onderzoek naar zijn psychische gesteldheid nodig. De advocaat pleitte ervoor de zaak enkele maanden aan te houden tot er meer duidelijk is over de geestelijke toestand van de man, die ook zelf aangeeft graag geholpen te willen worden om zijn leven op de rit te krijgen, maar daar ging de rechter niet in mee.

Op 13 juli kwam bij de politie rond 11.00 uur een telefoontje binnen dat er een mestbom zou ontploffen in het provinciehuis aan de Tweebaksmarkt. De verdachte daarvan deed de melding naar eigen zeggen voor de kick en de adrenaline, in de hoop dat de politie hem achterna zou jagen en zou arresteren. De melding had geen relatie met de boerenprotesten, bleek maandag tijdens een snelrechtzitting in de rechtbank in Leeuwarden.

Het provinciehuis, met naar schatting 140 tot 150 medewerkers erin, werd tijdens de dreiging afgesloten en omliggende gebouwen werden ontruimd. In het pand was een Statenvergadering bezig toen de dreiging binnenkwam. De bommelding had grote impact, zei de politierechter. Hij sprak van een „heel ernstig feit”.

Diezelfde ochtend stonden voor het provinciehuis tientallen boeren te demonstreren tegen de stikstofplannen van het kabinet. Zij moesten de Tweebaksmarkt verlaten vanwege de bommelding. „Het was geen sinecure om demonstranten weg te sturen”, aldus de officier. „Statenleden moesten in de kelder schuilen. De politie heeft van alles in touw moeten zetten om dit te managen. Dit heeft uren geduurd.”

De verdachte, met een behoorlijk strafblad, meldde zich op 3 augustus bij de politie met een bekentenis en zit sindsdien vast. Hij staat in januari opnieuw voor de rechter, voor onder meer winkeldiefstal. Zijn raadsman denkt dat in die zaak geen extra hulpverlening kan worden opgelegd en tekende daarom direct na de snelrechtzitting hoger beroep aan.