Het gaat om een locatie voor zogeheten ‘veiligelanders’, asielzoekers uit landen die door Nederland als veilig worden beschouwd. Hun asielaanvraag is vrijwel kansloos. Kamerlid Wybren van Haga (Groep van Haga) vindt dat deze mensen - waarbij hij Marokkanen en Algerijnen expliciet noemt - helemaal geen opvang moeten krijgen, maar direct moeten worden uitgezet. Via Kamervragen had hij Van der Burg gevraagd wanneer de staatssecretaris begint met actief uitzetten.

Dat is Van der Burg niet van plan, ook niet om hen opvang te ontzeggen. „Tijdens de asielprocedure hebben asielzoekers recht op opvang, ongeacht waar ze vandaan komen.” Voor asielzoekers die weinig kans op asiel maken, is al een snellere procedure waarbinnen in minder tijd dan een reguliere asielaanvraag, de aanvraag wordt beoordeeld. „Algerije geldt daarbij niet als veilig land van herkomst”, schrijft Van der Burg.

Pas als een asielaanvraag is afgewezen, moet de vreemdeling Nederland verlaten. Als dat niet vrijwillig gebeurt, wordt de vreemdeling gedwongen uitgezet door de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Probleem daarbij is dat niet alle landen van herkomst hun voormalige landgenoot willen terugnemen. „Hier is nog ruimte voor verbetering”, schrijft Van der Burg.

Van Haga wil ook dat het kabinet stelende asielzoekers meteen en actief laat uitzetten, zonder de ingezette asielprocedure af te maken. Ook op dit punt krijgt het Kamerlid nul op het rekest. Hoewel de staatssecretaris benadrukt dat elke vorm van overlast en criminaliteit „onacceptabel” is, hebben asielzoekers „recht op een zorgvuldige asielprocedure”.

Hij is samen met onder meer gemeenten, andere partijen in de migratieketen, politie en het Openbaar Ministerie bezig met het voorkomen van overlastgevend gedrag en met de aanpak als er sprake is van overlast of criminaliteit. „Openbare orde aspecten worden betrokken bij de behandeling van de asielaanvraag”, schrijft de bewindsman.