Lpg-transport uit steden geweerd
Het kabinet gaat de risico’s van het transport van lpg en andere gevaarlijke stoffen zoals chloor en ammoniak verder indammen. Vrachtwagenchauffeurs die dergelijke stoffen vervoeren, moeten voortaan zo veel mogelijk de woongebieden vermijden. De stoffen zullen verder zo veel mogelijk per schip of via de Betuwelijn worden vervoerd.
In het laatste kabinetsberaad van het jaar werd woensdag duidelijk dat het kabinet, samen met het bedrijfsleven, tussen de 70 en de 80 miljoen euro uittrekt om opslag, transport, verwerking en verkoop van chloor, ammoniak en lpg veiliger te maken voor de omgeving. Het geld moet in de periode tot 2010 worden besteed.
Op advies van staatssecretaris Van Geel (Milieu) besloot de ministerraad de drie gevaarlijke stoffen zo veel mogelijk uit de wijken te houden. Het lpg-transport tussen de terminal in Vlissingen en Duitsland bijvoorbeeld moet straks via de binnenvaart en de Betuweroute gebeuren.
De lpg-sector is volgens het kabinet als eerste aan zet om afspraken te maken voor veiliger vervoer en verkoop. Het wegtransport dat nodig blijft om het autogas bij de tankstations te krijgen, is veiliger met een hittewerende coating in de tankwagen. Op de tankstations kunnen de vulslangen beter worden beveiligd.
Lukt het niet de sector dit zelf te laten doen, dan zal de regering maatregelen treffen. Een verhoging van de accijnzen op lpg is voorlopig van de baan. „Vanuit milieuoogpunt kan ik lpg niet missen”, aldus Van Geel, die verzekert dat lpg evenwel geen uitzonderingspositie in de accijnsdiscussie heeft.
De nieuwe lpg-routes zijn gunstig voor steden in Noord-Brabant (Breda, Tilburg en Eindhoven) en Limburg. Voor Dordrecht pakt het besluit averechts uit. Zowel de binnenvaartschepen als de treinen onderweg naar de Betuweroute moeten door de stad. Van Geel heeft 15 miljoen euro klaarliggen om problemen die hierdoor ontstaan op te lossen. De beste oplossing is volgens de staatssecretaris een aparte spoorlijn tussen het Rotterdamse en het Antwerpse havengebied. Die komt er echter niet eerder dan in 2020.
Het liefst had Van Geel het gesleep met de gevaarlijke stoffen geheel onnodig gemaakt door de productie zo dicht mogelijk bij de gebruikslocatie te plaatsen. Die ingreep is voor lpg echter te kostbaar. Het risicotransport van chloor, dat aanvankelijk vanuit de productieplaats Hengelo naar gebruikers in Rotterdam en Delfzijl werd vervoerd, is zo wel opgelost. Voor 65 miljoen euro is de Hengelose fabriek verplaatst naar Delfzijl, terwijl de Rotterdamse klanten lokaal chloor konden produceren. Voor ammoniak, dat tussen Geleen en IJmuiden heen en weer gaat, zoekt Van Geel eenzelfde soort oplossing.
De lpg-branche is blij met het kabinetsbesluit. H. Verhoeven, vice-voorzitter van Vereniging Vloeibaar Gas (VVG) en directeur van marktleider BK Gas, is tevreden dat er eindelijk een einde komt aan de onzekerheid rond lpg. Het kabinet geeft de branche zekerheid over de toekomst van lpg, aldus Verhoeven. Daardoor is de lpg-bedrijfstak bereid 30 miljoen euro te investeren. Dit moet ertoe leiden dat het transport, de opslag en het tanken van lpg in 2010 voldoet aan strengere eisen.
De lpg-pomphouders, verenigd in belangenvereniging BETA, zien de nieuwe veiligheidsmaatregelen met vertrouwen tegemoet. De pomphouders denken tijdig te kunnen voldoen aan de nieuwe veiligheidseisen. Als dit niet gebeurt, dreigt Van Geel met een accijnsverhoging van 1 à 2 cent per liter.