In het venster is een uitgemergelde joodse man te zien die door een vrouwenfiguur een beker krijgt aangereikt. Hierbij staat de tekst: „1940-1945 - Het Nederlandsche Roode Kruis aan de gemeente Westerbork voor de hulp aan de joodse gedeporteerden.”

Het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW) schreef onlangs dat de joodse gemeenschap het geschenk als controversieel beschouwt. Het Rode Kruis deed in de ogen van veel joden in de oorlog niets om het lijden van de joodse gevangenen in het kamp Westerbork te verzachten.

Het NIW ontdekte in de notulen van het dagelijks bestuur van het Rode Kruis dat het venster geen cadeau was aan de inwoners van Westerbork. Het raam was bedoeld als dankbetuiging aan de gemeente „voor het voortreffelijk werk dat door ambtenaren gedaan is ten aanzien van de verzameling van gegevens van gedeporteerde joden.”

In een officiële verklaring laat het Rode Kruis nu weten dat de schenking van het raam destijds heel goed een publiciteitsoffensief kan zijn geweest om de handen schoon te wassen. „Maar het gebaar moet ook worden gezien in het licht van die tijd.”

Het omstreden raam was tijdelijk gestald in de kelders van het gemeentehuis in Beilen om te voorkomen dat het schade zou oplopen bij de verbouwing van het voormalige gemeentehuis in Westerbork.