In de zomer van 2020 wil Carla Visch met haar bakkerijtje van start gaan. Ze wil kaneelbollen, een typisch Zweedse versnapering, gaan bakken en via derden aan de man brengen. Al vlotjes maakt ze afspraken met een hotel en vier horecazaken om die te gaan leveren. „Maar toen kwamen in een lockdown terecht”, blikt ze terug.

Ze lijkt een streep door haar plannen te kunnen zetten, totdat ze een oud-collega spreekt. Die oppert het idee om de deuren van haar bakkerij te openen en daar haar producten rechtstreeks aan consumenten te verkopen. Tijdens de officiële opening was het een drukte van belang. Visch: „Er stond, bij wijze van spreken, een rij van hier tot Stockholm voor de winkel.”

Sindsdien gaan haar Zweedse producten letterlijk als warme broodjes over de toonbank. De kaneelbol –een zoet broodje met roomboter, kaneel en suiker– is het populairst. Andere Zweedse klassiekers bakt en verkoopt ze inmiddels ook, zoals chocobollen, knäckebröd en diverse soorten taartjes.

Visch, die twintig jaar in Zweden woonde en daar veel horeca-ervaring opdeed, weet als geen ander hoe ze de lekkernijen uit het Scandinavische land moet bereiden. Maar ze is niet snel tevreden: „Ik ben constant bezig met het verbeteren van mijn producten.”

Zweden nuttigen een kaneelbol of een andere lekkernij veelal tijdens een zogeheten fika. „Dat is daar een sociaal gebruik, waarbij het werk wordt onderbroken om met z’n allen gezellig wat te eten en te drinken”, legt Visch uit. „Zo’n gepland moment wordt bewust gebruikt om te onthaasten en sociale contacten te onderhouden. Eerlijk gezegd mis ik dat hier in Nederland soms wel.”

serie Vleugje buitenland
Dit is het derde deel in een serie over winkels in Nederland met buitenlandse levensmiddelen. Volgende week maandag deel 4: de Aziatische supermarkt.